Derde uitgave • Derde druk
Rijsnelheid in transportstand testen
53 Druk op de hef-inschakelknop en houd deze
ingedrukt, en druk op de knop 'platform neer'.
Resultaat: Het platform dient omlaag te worden
gebracht.
54 Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt. Beweeg de
joystick langzaam naar de maximale rijstand in
de richting die wordt aangegeven door de
blauwe pijl.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
het platform in de transportstand mag niet hoger
dan 6,6 ft/2 m per seconde zijn.
Als de rijsnelheid met het platform in de
transportstand hoger dan 6,6 ft/2 m per seconde is,
dient de machine onmiddellijk van een label te
worden voorzien en uit bedrijf te worden genomen.
55 Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt. Beweeg de
joystick langzaam naar de maximale rijstand in
de richting die wordt aangegeven door de gele
pijl.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
het platform in de transportstand mag niet hoger
dan 4,4 ft/1,34 m per seconde zijn.
Als de rijsnelheid bij achteruitrijden met het platform
in de transportstand hoger dan 4,4 ft/1,34 m per
seconde is, dient de machine onmiddellijk van een
label te worden voorzien en uit bedrijf te worden
genomen.
Onderdeelnr. 1305655DUGT
™
-2669DC • GS
™
-3369DC • GS
GS
Stempelsysteem testen (indien aanwezig)
56 Druk op de stempelfunctieknop. Op
het LCD-scherm licht een cirkel op
onder het stempelfunctiesymbool.
Als de joystick niet binnen zeven seconden na het
indrukken van de stempelfunctieknop wordt
bewogen, gaat de cirkel onder het
stempelfunctiesymbool uit en treedt de
stempelfunctie niet in werking. Druk nogmaals op de
stempelfunctieknop.
57 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
58 Beweeg de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De stempels moeten worden
uitgeschoven. De afzonderlijke
stempelindicatielampjes knipperen groen zodra
de bijbehorende stempel wordt uitgeschoven.
59 Blijf de joystick vasthouden in de richting
aangegeven door de gele pijl tot alle
stempelindicatielampjes groen blijven en u een
lange pieptoon hoort vanaf het alarm bij de
platformbediening. De machine staat nu vlak. De
stuur- en rijfuncties worden op dit moment
uitgeschakeld.
Opmerking: Als de joystick tijdens het uitschuiven te
snel wordt losgelaten, blijven de stempel-
indicatielampjes groen knipperen, wat aangeeft dat
de stempels geen contact met de grond maken.
Opmerking: Als de joystick te snel wordt losgelaten
nadat de stempels contact met de grond hebben
gemaakt, is er geen lange pieptoon te horen bij de
platformbediening en blijven de stempel-
indicatielampjes continu groen oplichten. Als er geen
lange pieptoon te horen is en de
stempelindicatielampjes continu groen oplichten, zijn
de stempels mogelijk niet volledig geactiveerd of
staat de machine niet horizontaal.
™
-4069DC
Bedieningshandleiding
Inspecties
33