4. De projector gebruiken via een netwerk
5.
Selecteer [DHCP uitschakelen (handm. instell.)] of [DHCP inschakelen (handm. instell.)] en
druk op [Enter].
Als u [DHCP inschakelen (autom. instell.)] selecteert, ga dan verder met stap 10.
6.
Geef het IP-adres van de projector op.
7.
Geef het subnetmasker op.
8.
Geef de standaard gateway op.
9.
Wanneer het bericht "Om de verbinding via WPA/WPA2-EAP uit te voeren, is in het
menu Netwerkinstellingen: Draadloos LAN: Beveiliging een vereiste inst." wordt getoond,
drukt u op de [OK]-knop en gaat u verder met het configureren van de draadloze LAN
instellingen in het menu Netwerkinstellingen. Ga anders verder met stap 10.
Voor meer informatie over het opzetten van een draadloze LAN-verbinding met WPA/WPA2-
EAP, zie Pag. 118 "Menu Netwerkinstellingen".
10.
Selecteer [Doorg. in wizard] of [Wizard afsluiten] in het bevestigingsscherm en druk
vervolgens op de [Enter]-knop.
Om door te gaan naar de bedrade LAN-instellingen, selecteer [Doorg. in wizard]. Voor meer
informatie over het configureren van de bedrade LAN-instellingen, ziePag. 74 "Instellingen
bedraad LAN configureren".
Om de netwerkinstellingen te beëindigen selecteert u [Wizard afsluiten].
De installatie van de wireless LAN is voltooid.
Raadpleeg Pag. 80 "Een computerscherm via een netwerk projecteren" om een beeld vanaf een
computer te projecteren.
Draadloos LAN (Ad-hoc) configureren
1.
Selecteer [Draadloos LAN (Ad-hoc)] in Wizard netwerkinstellingen en druk op [Enter].
De netwerkinstellingen worden automatisch geconfigureerd.
78