3.
Geef het IP-adres van de projector op.
4.
Geef het subnetmasker op.
5.
Geef de standaard gateway op.
6.
Selecteer [Doorg. in wizard] of [Wizard afsluiten] in het bevestigingsscherm en druk
vervolgens op de [Enter]-knop.
Om verder te gaan met de draadloze LAN instellingen selecteert u [Doorg. in wizard]. Voor meer
informatie over het configureren van draadloze LAN instellingen, zie Pag. 75 "Draadloos LAN-
instellingen voor Infrastructuurmodus configureren", of Pag. 78 "Draadloos LAN (Ad-hoc)
configureren".
Om de netwerkinstellingen te beëindigen, selecteert u [Einde Wizard].
De installatie van de bedrade LAN is voltooid.
Raadpleeg Pag. 80 "Een computerscherm via een netwerk projecteren" om een beeld vanaf een
computer te projecteren.
Draadloos LAN-instellingen voor Infrastructuurmodus configureren
De instellingen voor Eenvoudige draadloos LAN-installatie configureren
De projector ondersteunt de volgende eenvoudige draadloze LAN-installatiemethodes. Neem contact
op met uw netwerkbeheerder voor de beschikbare installatiemethodes voor Eenvoudige draadloos
LAN-installatie in uw netwerkomgeving en de informatie die vereist is om de netwerkinstellingen te
configureren.
Installatiemethode
• Met gebruik van de druktoetsen
Druk op de toetsen of knoppen van de projector en het toegangspunt om ze op elkaar aan te
sluiten en de instellingen te registreren.
• De pincode van de projector op het toegangspunt invoeren
Voer de pincode van de projector in op het toegangspunt, zodat de projector en het
toegangspunt elkaar bevestigen en registreren. De pincode van de projector kan worden
gewijzigd. Voor meer informatie over het invoeren van de pincode op het toegangspunt, zie
de handleiding die bij het toegangspunt wordt geleverd.
De projector op een netwerk aansluiten
75