6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
6.4.12 Aanaardschijven instellen
De aanaardschijven kunnen per paar op hoogte ten
opzichte van de geschoffelde akker en afzonderlijk
voor wat betreft afstand en hoek ten opzichte
van de gewasrij worden ingesteld. De verschillende
instellingen moeten op elkaar worden afgestemd.
Voor de instellingen geldt:
Des te dieper een aanaardschijf verticaal in de
akker steekt, des te meer aarde wordt aan de
gewasrij aangeaard.
Bij een ten opzichte van de gewasrij grotere
horizontale afstand en tegelijkertijd steilere hoek
aardt de aanaardschijf meer aarde aan. Bij een
ten opzichte van de gewasrij kleinere horizontale
afstand en tegelijkertijd vlakkere hoek aardt de
aanaardschijf minder aarde aan.
Des te groter de rijsnelheid bij het schoffelen is,
des te meer aarde aarden de aanaardschijven bij
de gewasrijen aan. Wanneer bij een verhoging
van de rijsnelheid de hoeveelheid aangeaarde
aarde gelijk moet blijven, moet de hoogte van de
aanaardschijven worden vergroot en de hoek ten
opzichte van de gewasrijen worden verkleind.
Wanneer de schoffeldiepte wordt veranderd,
zie "Schoffeldiepte instellen" en de hoeveelheid
aangeaarde aarde moet gelijk blijven, dan moet
ook de hoogte van de aanaardschijven ten
opzichte van de geschoffelde bodem worden
veranderd.
Om de hoogte van de aanaardschijven van een
1.
parallellogram in te stellen:
Machine met de 3-puntslift op het veld neerlaten.
2. Schroef 2 van de geleidingsbuis 3 losmaken
en zo ver opendraaien, dat de armbuis 1 in de
geleidingsbuis kan worden verschoven.
3. Aanaardschijven 4 met de armbuis in de
geleidingsbuis naar boven of beneden schuiven,
tot de aanaardschijven de juiste positie hebben.
4. Schroef van de geleidingsbuis vastdraaien.
5. Op dezelfde wijze de hoogte van alle
aanaardschijven instellen.
78
-
3
2
1
4
MG7104-NL-II | D.1 | 17.12.2021
CMS-T-00006203-B.1
+
CMS-I-00004448
4
CMS-I-00004443