2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid
Principiële veiligheidsinstructies
2.1.2 Veilige bedrijfsorganisatie
2.1.2.1 Personeelkwalificatie
2.1.2.1.1 Voorschriften voor alle personen die met de machine werken
Als de machine op een ondeskundige manier
wordt gebruikt, kunnen personen gewond
of gedood worden. Om ongevallen door
ondeskundig gebruik te vermijden, moet elke
persoon die met de machine werkt voldoen aan
de volgende minimumeisen:
De persoon is lichamelijk en mentaal in staat de
machine te controleren.
De persoon kan de werkzaamheden met
de machine in het kader van deze
bedieningshandleiding veilig uitvoeren.
De persoon begrijpt de werking van de machine
in het kader van zijn werkzaamheden en kan de
gevaren bij het werk herkennen en vermijden.
De persoon heeft de bedieningshandleiding
begrepen en kan de informatie in de
bedieningshandleiding omzetten.
De persoon is vertrouwd met het veilig besturen
van voertuigen.
Voor het reiden op de openbare weg kent de
persoon de relevante verkeersregels en is hij in
het bezit van het voorgeschreven rijbewijs.
2.1.2.1.2 Kwalificatieniveaus
Voor het werken met de machine zijn de volgende
kwalificatieniveaus vereist:
Landbouwer
Landbouwassistent
De in deze bedieningshandleiding beschreven
activiteiten kunnen principieel worden uitgevoerd
worden door personen met het kwalificatieniveau
"Landbouwassistent".
2.1.2.1.3 Landbouwer
Landbouwers gebruiken landbouwmachines om
akkers te bewerken. Ze beslissen over het gebruik
van een landbouwmachine voor een bepaald doel.
6
CMS-T-00002302-C.1
CMS-T-00002306-A.1
CMS-T-00002310-A.1
CMS-T-00002311-A.1
CMS-T-00002312-A.1
MG7104-NL-II | D.1 | 17.12.2021