Inbedrijfstelling
Parametertabel
Menu.
Submenu.
Parameter
4.
2.
7 Keuze temperatuursregeling
4.
2.
8 Smart met nachtverlaging
4.
2.
9 Warmtevraag mode
4.
3
Diagnostiek
4.
3.
0 Ruimte Temperatuur
4.
3.
1 Setpunt Ruimte Temperatuur
4.
3.
2 Aanvoertemperatuur
4.
3.
3 Retour temperatuur
4.
3.
4 Vraag naar warmte in Zone 1
4.
3.
5 Pomp status
4.
3.
7 Relatieve luchtvochtigheid
4.
3.
8 Gewenste aanvoertemperatuur VG
4.
4
Instellingen Module Zone
4.
4.
0 Pomp Modulatie
4.
4.
1 Beoogd delta T voor pompmodulatie
4.
4.
2 Pomp Constante Snelheid
4.
5
Koelmodus
4.
5.
0 T Set Koeling
4.
5.
1 Koeling Temp bereik
4.
5.
2 Regeling
4.
5.
3 Stooklijn
4.
5.
4 Parallelversch
4.
5.
6 Max. Temp
80 / NL
Omschrijving
Standaard
Range - Waarde
0 = Standaard
0
1 = Smart
0 = UIT
0
1 = ON
0 = Standaard
0
1 = Tijdprogramma Uitsluiting
2 = Geforceerde Warmtevraag
0 = UIT
1 = ON
0 = UIT
1 = ON
0 = Vast
1
1 = Modulerende op Delta T
2 = Modulerend op druk
20 [HT] of 7
4-25
[LT]
100
20-100
0 = Convector koeling[FC]
0
1 = Vloerkoeling[UFHC]
0 = AAN/UIT Thermostaat
0
1 = Vaste aanvoer temperatuur
2 = Buitensensor
25 [FC] of 20
18-33 [FC] of 0-60 [UFH]
[UFH]
0°C
(-2.5 – 2.5)°C
12°C [FC]
Min. Temp – 15°C [FC] of Min. Temp -
23°C [UFH]
23°C [UFH]
Opmer-
kingen
Alleen
zichbaar
bij Zone
Module
Alleen
zichbaar
bij Zone
Module
Alleen
zichbaar
bij Zone
Module
Alleen
zichbaar
bij Zone
Module
Alleen
zichbaar
bij Zone
Module
Alleen
zichbaar
bij Zone
Module