13
Storingsindicatie
Op het display wordt een geconstateerde fout aangegeven in blokkerings- of errormeldingen. Het onderscheidt tussen
deze twee meldingen is dat blokkeringen van tijdelijke aard kunnen zijn en errormeldingen vaste vergrendelingen
zijn. De regeling zal proberen een vergrendeling te voorkomen en de ketel tijdelijk uit schakelen door een blokkering.
Hieronder een opsomming van enkele meldingen.
Blokkeringen
met op de laatste 2 posities een cijfer.
Blokkering 01:
Extern beveiligingscontact verbroken.
Blokkering 60:
Verkeerde parameterinstelling van het minimale of maximale vermogen.
Blokkering 67:
Er is een T geconstateerd tussen aanvoer- en retoursensor, terwijl de brander niet in werking is. Nadat
de T verdwenen is zal de blokkering opgeheven worden.
Blokkering 80:
Maximale rookgastemperatuur is overschreden (indien rookgassensor aanwezig). Pas nadat de rook-
gastemperatuur onder de maximale rookgastemperatuur komt wordt de blokkering opgeheven.
Blokkering 81:
Rookgassensor onderbroken nadat deze wel op de regeling aangesloten is geweest. Brander is geblok-
keerd totdat rookgassensor weer is aangesloten.
Blokkering 82:
Rookgassensor kortgesloten, warmtevraag geblokkeerd en pompcapaciteit op minimum.
Blokkering 85*:
Door de regeling is geen waterstroming geconstateerd. Automatische ontluchtingscyclus wordt gestart.
Wanneer tijdens deze cyclus waterstroming wordt geconstateerd, wordt de ontluchtingscyclus beëindigd
en de brander vrijgegeven.
Error
met op de laatste 2 posities een cijfer.
Error 00:
Error 02:
Error 03:
Error 04:
Error 05:
Error 19:
Error 28:
FUSE:
Voor uitvoerige beschrijvingen voor het oplossen van storingen verwijzen we naar de Zoekhulp.
* Eerste mogelijkheid voor het
oplossen van storingscode bL85:
Handmatige deblokkering van de
ketelpomp.
No. 2
ten onrechte vlamvorming
geen vlamvorming
luchtkasttemperatuur te hoog
de regeling heeft een programmafout ontdekt
fout stuurautomaat
fout stuurautomaat
geen signaal van de ventilator
Zekering 24 Volt circuit defect
39