10
In werking stellen van de ketel
10.1 CV-systeem
10.2 Warmwatervoorziening
28
Zorg ervoor, alvorens de ketel in bedrijf te stellen, dat de ketel en de installatie goed
ontlucht zijn. Ontlucht de gasleiding en open de gaskraan van de ketel. De ketel be-
hoeft geen afstelling van branderdruk en luchthoeveelheid, omdat deze zelfregelend is
en fabrieksmatig is afgesteld en mag niet worden nagesteld. Meet alleen de maximale
luchtverplaatsing over de ketel (zie hoofdstuk 12.3).
Door middel van de
de verwarming in werking gesteld. De circulatiepomp zal gaan circuleren en de ketel
zal gaan branden.
Door middel van de
toets (Warm water) wordt, mits er warmtevraag is, de warmwater-
voorziening in werking gesteld. De circulatiepomp voor warm water zal gaan circuleren,
de ketel zal gaan branden en het water in de boiler wordt verwarmd.
toets (Centrale verwarming) wordt, mits er warmtevraag is,