De menu's gebruiken
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [15] (MENU)-pad.
2.
Gebruik de [TEMPO/VALUE]-regelaar om het item te selecteren en druk vervolgens op de [2] (ENTER)-
pad.
Menulijst
Item
Waarde
vOL
0–127
(Volume) (*1)
0–255
Nod. d
(LFO
Modulation
Depth) (*1)
bnd. o
0–240
(Oscillator Bend
Sens) (*1)
bnd. F
0–255
(Filter Bend
Sens) (*1)
Selecteert het type ruis.
nSNd
(Noise Mode)
Pink
(*1)
ľhit
Een riser is een stijgend geluid dat aan een nummer wordt toegevoegd naarmate het nummer spannender
wordt en zijn hoogtepunt bereikt. Het tegenovergestelde hiervan is een "downer" of een zakkend geluid.
Gebruik de [NOISE]-regelaar om zowel de riser- als de downereffecten te regelen.
Als de [NOISE]-regelaar op het minimum ("r. 0 ") of het maximum ("d. 0 ") is ingesteld, wordt het geluid van de
riser gedempt.
U kunt spanning toevoegen aan de uitvoering van de sequencer door de riser te laten stijgen vanaf het
minimum Ó middelpunt (r. 1 00) terwijl het nummer naar zijn hoogtepunt beweegt, en vervolgens te laten
dalen vanaf het middelpunt Ó maximum (d. 0) zodra het nummer zijn hoogtepunt heeft bereikt.
Hoewel de riser een intermitterend geluid produceert over het bereik van de [NOISE]-regelaarinstellingen van
het minimum tot het middelpunt, werkt het anders, afhankelijk van de Riser Mode.
De riser werkt hetzelfde vanaf de instelling van het middelpunt tot het maximum (een continu zakkend
geluid).
U kunt de regelaarpositie wijzigen zonder het risergeluid uit te voeren als u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt
rS. N d
terwijl u aan de [NOISE]-regelaar draait, nadat u de [NOISE]-regelaar van het minimum op het maximum (de
(Riser Mode)
gedempte stand) hebt gezet.
(*1)
Hierdoor kunt u het risergeluid uitvoeren op de gewenste positie.
* U kunt ook de [SHIFT]-knop + [1]-pad + [2]-pad gebruiken om tussen instellingen te schakelen.
OFF
SynC
qUiv
qvPn
rS. r S
0–100
(Riser
Resonance) (*1)
0–100
rS. S h
(Riser Shape)
rS. L v
0–100
(Riser Level) (*1)
Uitleg
Stelt het volume van het patroon in.
Stelt de diepte in van het effect (vibrato of growl) dat wordt toegepast op de OSC of
FILTER van de LFO-sectie wanneer modulatie wordt gebruikt.
Stelt in hoeveel de OSC de toonhoogte verandert als u de toonverbuiging bedient.
(120: ±1oct, 240: ±2oct)
Stelt in hoeveel het afsnijpunt het filter verandert als u de toonverbuiging bedient.
Roze ruis
Witte ruis
Met deze instelling wordt de [NOISE]-regelaar gebruikt om het ruisniveau aan te passen.
Als de Riser-modus is ingesteld op iets anders dan OFF, kunt u de [NOISE]-regelaar
gebruiken om de riser te bedienen.
Het risergeluid wordt met tussenpozen uitgevoerd op de tel van de kwartnoten, in de
maat met het tempo.
De intervallen tussen het uitgevoerde risergeluid wordt sneller naarmate u de [NOISE]-
regelaar rechtsom draait.
Het geluid van de riser pant sneller van links naar rechts als u de [NOISE]-regelaar
rechtsom draait.
Wijzigt de schelheid van het risergeluid.
Wijzigt de envelopevorm van het risergeluid.
0: zaagtandgolf
100: blokgolf
Wijzigt het volume van het risergeluid.
De menu's gebruiken
71