Een stap bewerken terwijl u controleert wat u hebt gespeeld
1.
Druk op de [STEP]- en [ó] (REC)-knoppen om deze te doen oplichten.
De knoppen schakelen tussen opgelicht en gedoofd telkens wanneer u erop drukt.
Het stapnummer verschijnt op het display.
2.
Druk op de [ø] (PLAY)-knop om deze te doen oplichten.
Dit speelt het patroon af.
3.
Gebruik de [TEMPO/VALUE]-regelaar om de te bewerken stap te selecteren.
De nootnummers en uitvoeringsgegevens bewerken
1.
Houd de stappad ingedrukt van de stap die de uitvoeringsgegevens bevat die u wilt wijzigen en druk op
de [D-MOTION]-knop om de uitvoeringsgegevens te selecteren die u hebt bewerkt.
Als u een stappad lang ingedrukt houdt, worden de uitvoeringsgegevens die voor die stap zijn ingevoerd, in het display
weergegeven.
Als u op de [D-MOTION]-knop drukt terwijl u een stappad ingedrukt houdt, verandert het display in de volgende volgorde.
Blijf de stappad ingedrukt houden om de waarde ervan te bewerken.
Item
Display Uitleg
n. $ C5
Nootnummer
v. 1 00
Snelheid
G. $ 80
Gate
P. 1 00
Waarschijnlijkheid
o$$$
Substap
2.
Gebruik de [TEMPO/VALUE]-regelaar terwijl u de stapknop ingedrukt houdt om de instelling te
bewerken.
Stelt het nootnummer in.
Instelbereik: C-–Gq (C-1 –G9)
C´5 wordt bijvoorbeeld weergegeven als Cģ5.
* Als er een akkoord is ingevoerd, wordt het laagste nootnummer in het akkoord
weergegeven. Wanneer u deze waarde bewerkt, veranderen de andere noten
dienovereenkomstig.
Stelt de snelheid in.
Instelbereik: 1–127
* Als er een akkoord is ingevoerd, wordt de hoogste snelheidswaarde die in het akkoord is
gebruikt, weergegeven. Nadat u deze waarde hebt bewerkt, worden de andere noten op
dezelfde waarde ingesteld.
Stelt de gatetijd (nootlengte) in.
Als dit is ingesteld op 100 en hetzelfde nootnummer is ingevoerd voor de volgende stap, wordt er
een overbinding gespeeld.
Instelbereik: 1-100
* Als er een akkoord is ingevoerd, wordt de langste gatetijd die in het akkoord is gebruikt,
weergegeven. Nadat u deze waarde hebt bewerkt, worden de andere noten op dezelfde
waarde ingesteld.
Stelt de waarschijnlijkheid in dat noten worden afgespeeld.
Gebruik de Master Probability-instelling als u de waarschijnlijkheid massaal wilt wijzigen, voor alle
stappen die zijn ingesteld op 99 of lager.
Instelbereik: 1-100
* Dit heeft invloed op alle noten binnen de stap.
Verdeelt de te spelen stap.
o: Er wordt geluid afgespeeld.
È: Geluid wordt niet afgespeeld.
Als bijvoorbeeld ooÈ wordt aangegeven, wordt de stap in drie delen verdeeld, waarbij het eerste
en tweede deel worden gespeeld en het derde deel niet wordt gespeeld.
* Dit heeft invloed op alle noten binnen de stap.
* Dit heeft geen effect op stappen waarvoor geen noten zijn gespecificeerd, of op stappen
die midden in de overbinding staan.
De noten, uitvoeringsgegevens en passages bewerken
43