Testen
Voordat u de zorgvrager plaatst, moeten de volgende testprocedures worden uitgevoerd
om ervoor te zorgen dat de installatie van de bedieningseenheid van de luchtmatras en
van de luchtmatras zelf is voltooid:
1. Steek de stekker van de voedingskabel in het stopcontact.
2. Als het apparaat niet automatisch gaat werken, kunt u de luchtmatras inschakelen
door de aan/uit-knop op het bedieningspaneel ingedrukt te houden. Wacht tot
de matras is opgeblazen. De matras moet in ongeveer drie minuten volledig
opgeblazen zijn. De ledlampjes van het matrasgedeelte op het bedieningspaneel
knipperen terwijl de matras wordt opgeblazen. Als de matras volledig is opgeblazen,
stoppen de ledlampjes met knipperen. Afhankelijk van de versie van het
bedieningspaneel gebeurt ook het volgende:
• C100: de bedieningseenheid van de luchtmatras gaat naar de normale
therapiemodus;
• C200: de bedieningseenheid van de luchtmatras schakelt over naar
wisseldruktherapie met een timerinstelling van 10 minuten.
3. Als de matras niet wordt opgeblazen of als u lucht hoort ontsnappen, moet
u controleren of de CPR-kleppen gesloten zijn. Controleer op een lek bij het
verbindingspunt tussen de matras en het bedkader. Raadpleeg het hoofdstuk
De geïntegreerde luchtmatras bevestigen, afbeelding 7, om deze verbinding
vast te maken.
4. Gebruik een van de bedbedieningspanelen om de rugsteunhoek te verhogen
tot boven 30°, zoals aangegeven op het weegpaneelscherm. Controleer of het
indicatielampje > 30° op de bedieningseenheid van de luchtmatras brandt.
5. Breng alle bedhekken omhoog. Breng het rechterbedhek aan het hoofdeinde
omlaag en controleer of het juiste indicatielampje Bedhek omlaag brandt op
de bedieningseenheid van de luchtmatras. Breng het bedhek omhoog. Herhaal
deze procedure voor de andere drie bedhekken. Breng de rugsteun ongeveer
15° omlaag.
6. Druk op de knop Wisselhouding van de zorgvrager naar rechts. Wacht een paar
seconden om te controleren of de matras is begonnen met draaien. Breng een van
de rechterbedhekken omlaag en controleer of het alarm afgaat en de matras weer
naar een horizontale stand begint te draaien. Controleer of het bedhek omlaag is
gebracht en de beide alarmindicatielampjes branden en het indicatielampje Rechts
draaien (ondersteunende functie) knippert. Druk op de alarmonderdrukkingsknop
om het alarm te bevestigen en te wissen.
7. Houd de CPR-knop op het Bedieningspaneel ingedrukt. Controleer of de bedbodem
plat wordt (als die zich in een gedraaide stand bevindt), de CPR-kleppen openen,
de luchtmatras leegloopt en de bedieningseenheid van de luchtmatras uitschakelt.
8. Druk op de aan/uit-knop op de bedieningseenheid van de luchtmatras en wacht
tot de matras is gevuld.
9. Breng de rugsteun tot ongeveer 15° omhoog; trek aan de CPR-hendel aan de
zijkant van het bedkader. Controleer of de bedbodem plat wordt (als die zich in
een gedraaide stand bevindt), de CPR-kleppen openen, de luchtmatras leegloopt
en de bedieningseenheid van de luchtmatras uitschakelt.
18
Citadel-therapiesysteem