8. Til de bedieningseenheid van de luchtmatras omhoog en kantel de eenheid
licht naar voren. Laat deze vervolgens voorzichtig op het bedkader zakken.
Lijn de gaten op de montagebeugel voorzichtig uit met de gaten op het bedkader.
Met de bedieningseenheid van de luchtmatras op het bedkader kantelt u die
voorzichtig in volledig rechtopstaande positie, terwijl u in de gaten houdt of de
communicatieconnector (zie afbeelding 3, onderdeel 7) op de bedieningseenheid is
uitgelijnd met het gat in het bedkader. Let op dat u de luchtconnectors niet beschadigt.
9. Schuif de bedieningseenheid van de luchtmatras voorzichtig van de ene naar
de andere kant om de gaten bovenop en aan de voorkant van de montagebeugel
uit te lijnen met de gaten op het verlengingsframe.
10. Steek losjes vier cilinderkopschroeven door de bovenkant van de montagebeugel
(afbeelding 3, onderdeel 3) (maak ze nu nog niet vast).
11. Plaats drie inbusschroeven door de gaten aan de voorkant van de montagebeugel.
Deze gaan door de montagebeugel/frameverlenging en worden dan vastgeschroefd
op de bedieningseenheid van de matras. Draai de schroeven aan tot 10 Nm.
12. Schroef nu de vier cilinderkopschroeven vast die u eerder bovenop de
montagebeugel hebt geplaatst. Draai de schroeven aan tot 10 Nm.
13. Plaats twee cilinderkopschroeven (afbeelding 3, onderdeel 6) op de achterkant
van de bedieningseenheid, rechtsonder en linksonder. Draai de schroeven aan
met 10 Nm.
14. Sluit de luchtslangen (afbeelding 4, onderdeel 1) aan op de bedieningseenheid
van de luchtmatras (2); controleer of de O-ringen op de verbindingspoorten zijn
aangesloten. De luchtslangen worden recht vanaf de afl aatklepconstructie over
de dwarsbalk van de voeteneindverlenging op de bedieningseenheid van de
luchtmatras bevestigd, eerst van links naar rechts, dan van rechts naar links.
U hoort een duidelijke klik als de luchtconnectors volledig zijn bevestigd.
2
3
Afbeelding 4: Luchtslangen op de bedieningseenheid van de matras aansluiten
15. Sluit de voedingskabel (afbeelding 4, onderdeel 3), CPR-kabel (4) en de
communicatiekabel (5) aan.
14
1
4
5
Citadel-therapiesysteem