Code
1
2
3
4
5
6 + 6
Code
#1
#2
#3
#4
#5
Door op 0 te drukken na een bedieningssequentie van 1 tot 6 wordt de huidige
functie onderbroken.
Door op 0 te drukken na een programmeersequentie van #1 tot #5 wordt de huidige
programmering onderbroken en gaat men terug naar de bedieningsfuncties. In dat
geval moet u weer op # drukken op de programmeerfase te hervatten.
Bij invoeren van een willekeurige code tijdens de opname van uitgaande boodschap 1
(programmering #3) wordt de opname onderbroken en bevestigd.
Voor het op afstand bedienen en programmeren van het antwoordapparaat
moet u:
•
Het nummer van het faxtoestel vormen op de externe telefoon. Het
antwoordapparaat beantwoordt de oproep en maakt verbinding.
•
De toegangscode invoeren vanaf de externe telefoon.
•
Als de code correct is, hoort u een kort geluidssignaal ter bevestiging.
•
De functie kiezen die u wilt uitvoeren en de betreffende code invoeren, aan de hand
van bovenstaande tabel.
Het antwoordapparaat bevestigt de bewerking met een pieptoon.
Verbreek de verbinding volgens het systeem van de gebruikte telefoon.
7-12
HET ANTWOORDAPPARAAT
Bedieningsfunctie
Afspelen van nieuwe boodschappen.
Afspelen van alle boodschappen.
Onderbreken van huidige boodschap en overgaan naar vorige
boodschap.
Onderbreken van huidige boodschap en overgaan naar volgende
boodschap.
Afspelen van uitgaande boodschap 1.
Wissen van alle oude boodschappen.
Programmeerfunctie
Uitschakelen van de ontvangstmodus "AWA / FAX" en inschakelen
van de ontvangstmodus "AUTOMAT.".
Inschakelen van de ontvangstmodus "AWA / FAX".
Vrijgave van opname van UITGAANDE BOODSCHAP 1.
Instelling voor het beluisteren van ALLEEN UITGAANDE BOODSCHAP.
Uitschakelen van het doorsturen van boodschappen en memo's naar
een telefoon op afstand.