Inbedrijfstelling /
Onderhoud
56
Warmtewiel
Rotorloopcontrole (rotorbewaking):
De rotorloopcontrole controleert of de rotor van het RWW draait. Hiervoor is op de
omtrek van de rotor een magneet gemonteerd, die een impulsgever (sensor) een
keer per omwenteling activeert. Als de V-riem scheurt, ontspoort of doorglijdt of als
de rotor geblokkeerd is, dan blijft de rotor stilstaan, impulsen blijven dan uit en na een
bepaalde tijd wordt een alarm gegeven.
- De sensor dicht bij de linkerrand van de rotor monteren, op zodanige wijze dat een
Opgelet
botsing met de V-riem of met de rotoraandrijving uitgesloten is.
- Voor de schakelafstand (A) tussen sensor en magneet, zie de aparte handleiding
van de sensor.
- De sensor altijd aan de bedieningszijde van het recuperatiewarmtewiel (RWW),
boven de aandrijving monteren.
- De elektrische verbinding van de sensor uitvoeren volgens het schema van
de klemmenaansluitingen in de aparte handleiding van het besturings- en
regelapparaat.
Magneet
V-riem
Sensor
Sensorhouder
De V-riem van de rotor vertoont een
Opgelet
normale rek.
Daarom moet regelmatig worden
gecontroleerd of die voldoende
opgespannen is. Als de spanning van
de V-riem niet meer voldoende is, moet
die spanning worden gecorrigeerd
of eventueel moet de V-riem wordt
ingekort. Een eerste controle moet
na ongeveer 80 bedrijfsuren worden
uitgevoerd.
Gedetailleerde richtlijnen voor de inbedrijfstelling en het vakkundig onderhoud zijn in
de aanvullende montagehandleidingen van het warmtewiel te vinden.
Magneet
Sensor
A
3062111_202202
KG Top