Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Bron Van De Snelheid Configureren; De Bron Van De Koers Voor De Windmeter Configureren; De Close Hauled-Windmeter Aanpassen; De Omgevingsmeters Weergeven - Garmin GPSMAP 800 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 800 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

2
Selecteer een optie:
• Als u de ware of schijnbare windhoek wilt weergeven,
selecteert u Naald en daarna een optie.
• Als u de ware of schijnbare windsnelheid wilt weergeven,
selecteert u Windsnelheid en daarna een optie.

De bron van de snelheid configureren

U kunt opgeven of de snelheid van het vaartuig die op de
snelheidsmeter wordt weergegeven en voor windberekeningen
wordt gebruikt, gebaseerd wordt op de watersnelheid of de
GPS-snelheid.
1
Selecteer vanaf de windmeter MENU > Kompasmeter >
Snelh.weergav..
2
Selecteer een optie:
• Als u de snelheid van het vaartuig wilt berekenen op basis
van gegevens van de watersnelheidsensor, selecteert u
Watersnelheid.
• Als u de snelheid van het vaartuig wilt berekenen op basis
van GPS-gegevens, selecteert u GPS-snelheid.

De bron van de koers voor de windmeter configureren

U kunt de bron van de koers opgeven die in de windmeter moet
worden weergegeven. De magnetische koers bevat de
koersgegevens die van een koerssensor afkomstig zijn; de
GPS-koersgegevens worden door de GPS van de kaartplotter
berekend.
1
Selecteer vanaf de windmeter MENU > Kompasmeter >
Bron van koers.
2
Selecteer GPS-koers of Magnetisch.
OPMERKING: Wanneer u langzaam of niet beweegt, is de
magnetische kompasbron nauwkeuriger dan de GPS-bron.

De close hauled-windmeter aanpassen

U kunt het bereik van de close hauled-windmeter voor zowel de
schaal Wind tegen als de schaal Wind mee opgeven.
1
Selecteer vanaf de windmeter MENU > Kompasmeter > Stel
met.type in > Close hauled-meter.
2
Selecteer een optie:
• Als u de maximum- en minimumwaarden wilt instellen die
verschijnen als de close hauled-windmeter voor wind
tegen wordt weergegeven, selecteert u Wijzig schaal
wind tegen en stelt u de hoeken in.
• Als u de maximum- en minimumwaarden wilt instellen die
verschijnen als de close hauled-windmeter voor wind mee
wordt weergegeven, selecteert u Wijzig schaal wind mee
en stelt u de hoeken in.
• Als u de ware of schijnbare wind wilt weergeven,
selecteert u Wind en daarna een optie.

De omgevingsmeters weergeven

Selecteer Meters > Omgeving.

De uitlijning van de windmeter configureren

U kunt de uitlijning van de windmeter op de omgevingsmeters
instellen.
1
Selecteer Meters > Omgeving > MENU > Uitlijning.
2
Selecteer een optie:
• Als u de bovenkant van de windmeter wilt instellen op het
noorden, selecteert u Noord bvn.
• Als u de meter zo wilt draaien dat de richting waarin u
vaart zich bovenaan bevindt, selecteert u Koers bvn.
De bron van de koers voor de omgevingsmeter
configureren
U kunt de bron van de koers opgeven die in de omgevingsmeter
wordt weergegeven. De magnetische koers bevat de
koersgegevens die van een koerssensor afkomstig zijn; de
28
GPS-koersgegevens worden door de GPS van de kaartplotter
berekend.
1
Selecteer Meters > Omgeving > MENU > Bron van koers.
2
Selecteer GPS-koers of Magnetisch.

De referentietijd voor de barometer instellen

U kunt de referentietijd opgeven die nodig is om de
barometerwaarde te berekenen. Deze waarde wordt in het veld
Barometer weergegeven.
1
Selecteer Meters > Omgeving > MENU >
Drukreferentietijd.
2
Selecteer een optie.
Informatie over getijden, stromingen en zon
en maan

Informatie van getijdenstation

Het scherm Getijden verschaft informatie over een
getijdenstation voor een specifieke datum en tijd, zoals de
vloedhoogte en de eb- en vloedtijden. Standaard toont de
kaartplotter informatie voor het laatst weergegeven
getijdenstation en de huidige datum en tijd.
Selecteer Navigatie-info > Getijden & stromingen > Getijde-
informatie.

Informatie van stromingenstation

OPMERKING: Er is actuele informatie van stations beschikbaar
bij bepaalde gedetailleerde kaarten.
U kunt informatie van een stromingenstation voor een bepaalde
datum en tijd weergeven, inclusief de huidige stroomsnelheid en
het stroomniveau. Standaard toont de kaartplotter informatie
voor het laatst weergegeven stromingenstation en de huidige
datum en tijd.
Selecteer Navigatie-info > Getijden & stromingen > Stromen.

Zon- en maanstanden

U kunt informatie over het opkomen/ondergaan van de zon en
de maan en de maanfasen weergeven, en bij benadering de
positie van de zon en de maan. Het midden van het scherm stelt
de hemel boven u voor en de buitenste cirkels stellen de horizon
voor. Standaard geeft de kaartplotter informatie over de zon- en
maanstanden van de huidige dag en tijd weer.
Selecteer Navigatie-info > Getijden & stromingen > Zon en
maan.
Gegevens van getijdenstation, stromingenstation of
zon- en maanstanden voor een andere datum
weergeven
1
Selecteer Navigatie-info > Getijden & stromingen.
2
Selecteer Getijde-informatie, Stromen, of Zon en maan.
3
Selecteer een optie.
• Als u informatie voor een andere datum wilt weergeven,
selecteert u Wijzig datum > Handmatig en voert u een
datum in.
• Als u informatie voor vandaag wilt weergeven, selecteert u
Wijzig datum > Huidig.
• Als u, indien beschikbaar, informatie voor de dag na de
weergeven datum wilt bekijken, selecteert u Volgende
dag.
• Als u, indien beschikbaar, informatie voor de dag vóór de
weergeven datum wilt bekijken, selecteert u Vorige dag.
Informatie van een ander getijden- of
stromingenstation weergeven
1
Selecteer Navigatie-info > Getijden & stromingen.
2
Selecteer Getijde-informatie of Stromen.
3
Selecteer Nabije stations.
Gegevens van meters en almanakken

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 1000 series

Inhoudsopgave