Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Vrm En De Ebl Aanpassen; Het Bereik En De Peiling Tot Een Doelobject Meten; Radaroverlay; Radaroverlay En Uitlijning Van Kaartgegevens - Garmin GPSMAP 800 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 800 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

De VRM en de EBL aanpassen

Voordat u de VRM en de EBL kunt aanpassen, moet u deze
eerst weergeven op het radarscherm
weergeven).
U kunt de diameter van de VRM en de hoek van de EBL
aanpassen, waardoor het snijpunt van de VRM en EBL wordt
verplaatst. De VRM en de EBL die voor één modus zijn
geconfigureerd, gelden ook voor alle andere radarmodi.
1
Selecteer op een radarscherm een nieuwe locatie voor het
snijpunt van de VRM en de EBL.
2
Selecteer VRM/EBL verwijderen.
3
Selecteer Stop schuiven.

Het bereik en de peiling tot een doelobject meten

Voordat u de VRM en de EBL kunt aanpassen, moet u deze
eerst weergeven op het radarscherm
weergeven).
1
Selecteer op een radarscherm de doellocatie.
2
Selecteer Afstand meten.
Het bereik en de peiling voor de doellocatie staan linksboven
op het scherm.

Radaroverlay

Wanneer u uw kaartplotter aansluit op een optionele maritieme
radar van Garmin, kunt u de radaroverlay gebruiken om
radargegevens te projecteren op de navigatiekaart of de
viskaart.
Bij de radaroverlay worden er radargegevens op de
navigatiekaart en de viskaart geplaatst. De gegevens worden op
de radaroverlay weergegeven op basis van de laatst gebruikte
radarmodus (bijvoorbeeld Haven, Buitengaats of Wachtpost).
Alle instellingen die op de radaroverlay zijn toegepast, gelden
ook voor de laatst gebruikte radarmodus. Als u bijvoorbeeld de
modus Haven gebruikt en u schakelt over naar de radaroverlay,
worden op de radaroverlay de radargegevens uit de modus
Haven weergegeven. Hebt u de versterkingsinstelling via het
menu Radaroverlay gewijzigd, dan wordt de
versterkingsinstelling voor de modus Haven automatisch
gewijzigd.

Radaroverlay en uitlijning van kaartgegevens

Wanneer u de radaroverlay gebruikt, lijnt de kaartplotter de
radargegevens op basis van de voorliggende koers van het
schip uit op de kaartgegevens. De koers wordt standaard
bepaald door middel van de gegevens van een magnetische
koerssensor die is aangesloten op een NMEA 0183 of een
NMEA 2000 netwerk. Als er geen koerssensor beschikbaar is,
wordt de koers van het schip bepaald aan de hand van de GPS-
koersgegevens.
De GPS-koersgegevens geven de richting aan waarin het schip
vaart, en niet de richting waarnaar het schip wijst. Als het schip
vanwege de stroming of de wind naar achteren of zijwaarts drijft,
ligt de radaroverlay waarschijnlijk niet volledig op één lijn met de
kaartgegevens. Dit kan worden vermeden door de gegevens
over de voorliggende koers van een elektronisch kompas te
gebruiken.
Als de voorliggende koers van het schip wordt bepaald op basis
van de gegevens van een magnetische koerssensor of een
stuurautomaat, kunnen de gegevens over de voorliggende koers
onnauwkeurig zijn vanwege een verkeerde instelling,
mechanisch defect, magnetische storing of andere factoren. In
dat geval ligt de radaroverlay waarschijnlijk niet precies op één
lijn met de kaartgegevens.

De radaroverlay weergeven

De gegevens die door de radaroverlay worden weergegeven,
zijn gebaseerd op de laatst gebruikte radarmodus.
Selecteer Grafieken > Radaroverlay.
24
(De VRM en de EBL
(De VRM en de EBL
Het radarbeeld wordt weergegeven in oranje en op de
navigatiekaart geprojecteerd.

Een aangepaste parkeerstand instellen

Als u meer dan één radar op uw boot hebt, moet u het
radarscherm weergeven voor de radar die u wilt aanpassen.
Standaard wordt de radarantenne loodrecht op het voetstuk
gestopt wanneer de radar niet draait. U kunt deze positie
wijzigen.
1
Selecteer in het radarscherm MENU > Radar instellen >
Antenneconfiguratie > Parkeerstand.
2
Gebruik de schuifregelaar om de parkeerstand van de
antenne aan te passen en selecteer BACK.
Een radarvrije zone inschakelen en
aanpassen
U kunt een gebied aangeven waarin door de radarscanner geen
signalen worden verzonden.
OPMERKING: Deze functie is niet op alle radar- en
kaartplottermodellen beschikbaar.
1
Selecteer op een radarscherm MENU > Radar instellen >
Radarvrijezone inschakelen.
De radarvrije zone is het gearceerde gebied op het
radarscherm.
2
Selecteer Radarvrije zone aanpassen > Verplaats
radarvrije zone.
3
Selecteer Hoek 1 en daarna de nieuwe locatie voor de eerste
hoek.
4
Selecteer Hoek 2 en daarna de nieuwe locatie voor de
tweede hoek.
5
Selecteer OK.

Het uitzenden van radarsignalen stopzetten

Selecteer op een radarscherm MENU > Radar in stand-by.
TIP: Druk op het scherm dat wordt weergegeven op
het uitzenden van radarsignalen direct stop te zetten.

Het radarbeeld optimaliseren

U kunt de instellingen voor het radarbeeld aanpassen als u
minder ruis en een grotere nauwkeurigheid wilt.
OPMERKING: U kunt het radarbeeld voor iedere radarmodus
optimaliseren.
1
Selecteer een radarbereik
2
Herstel de standaardwaarde van de ingestelde versterking
(De versterking op het radarscherm automatisch
3
Pas de instelling voor de versterking handmatig aan
versterking op het radarscherm handmatig

Radarversterking en -storing

De versterking op het radarscherm automatisch aanpassen
De automatische versterkingsinstelling voor de radarmodi is
specifiek op elke radarmodus afgestemd en kan verschillen van
de automatische versterkingsinstelling voor een andere modus.
OPMERKING: Het ligt aan het type radar dat u gebruikt, of de
instelling voor de versterking die voor één radarmodus wordt
geconfigureerd, wel of niet voor de andere radarmodi of de
radaroverlay geldt.
OPMERKING: Niet alle opties en instellingen zijn beschikbaar
op alle radar- en kaartplottermodellen.
1
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay MENU >
Versterking.
2
Selecteer een geschikte optie voor de aangesloten radar:
• Selecteer Auto om de versterking automatisch in te
stellen op basis van de gemiddelde omstandigheden, het
(Het radarbereik
aanpassen).
aanpassen).
(De
aanpassen).
om
Radar

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 1000 series

Inhoudsopgave