Handbediening
Indicatielampje (A) - de accu's van de lift worden opgeladen!
De tilbeweging wordt bediend met de drukknoppen op
de handbediening. De richting van de pijlen geldt als de
handbediening wordt vastgehouden zoals op de afbeelding.
Om de tilarm te verhogen of verlagen drukt u op
Gebruik de dunnere pijlen om een lagere tilsnelheid in te stellen.
De tilbeweging stopt zodra de drukknop wordt losgelaten.
Voor het aanpassen van de onderstelbreedte drukt u op
Elektrische nooddaal-/heffunctie
Druk met een smal voorwerp op de
knoppen in de met stickers aangegeven
gaten op de controlbox.
Gebruik hiervoor geen scherpe
voorwerpen - deze kunnen de controlbox
beschadigen!
Vastzetten van de wielen
De achterwielen kunnen worden vergrendeld om te voorkomen
dat deze draaien. Om de wielen te vergrendelen, duwt u het
vergrendelpedaal in met uw voet. Om de wielen te ontgrendelen,
drukt u op de verhoogde knop op het wiel. Tijdens passief/actief tillen
moeten de wielen worden ontgrendeld, zodat de opstalift kan worden
verplaatst naar het zwaartepunt van de patiënt.
7NL155106 rev. 2 • 2020
A
Aanbrengen van clips
Controleer na het aanbrengen
of de clips vergrendeld zijn en
vrij in de tiljukhaak kunnen
bewegen.
Bediening
Noodstop
Activeren: druk op de rode knop op de
bedieningskast.
Resetten: draai de knop in de door de pijlen
aangegeven richting totdat de knop uitspringt.
of
.
of
.
12
Mechanische nooddaalfunctie
Trek de rode nooddaalbediening
recht omhoog. De mechanische
nooddaalfunctie werkt alleen
als de tilarm wordt belast en er
dus een patiënt in de lift staat of
zit. De daalbeweging wordt licht
vertraagd.
Verplaats de lift nooit door aan de
hefstang te trekken.
www.hillrom.com