6 Installatie
6.6
Elektrische aansluitingen
Afb.26
Connectoren van de
besturingsautomaat CU-GH
(vooraanzicht)
X07
X06
X05
X04
X03
X02
X01
36
6.5.8
Specifieke lucht- en rookgastoepassingen
Belangrijk
Indien de ketel wordt toegepast in een rookgaszijdige
overdrukcascade, dan moet dit vermeld worden op de
meegeleverde sticker: Dit CV-toestel is ingesteld voor .... Deze
sticker moet naast de typeplaat van de ketel geplakt worden.
Neem contact met ons op voor meer informatie.
6.6.1
Aanbevelingen
Waarschuwing
De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos
worden uitgevoerd en alleen door erkende installateurs.
De ketel is volledig voorbedraad. Wijzig nooit de interne
aansluitingen van het bedieningspaneel.
Sluit de ketel altijd aan op een goed geaarde installatie.
Voer de elektrische aansluitingen van de ketel uit volgens:
De voorschriften van de geldende normen.
De aanwijzingen van de met de ketel meegeleverde elektrische
schema's.
De aanbevelingen in deze handleiding.
Scheid de sensorkabels van de 230 V kabels.
6.6.2
Besturingsautomaat
In de tabel staan belangrijke aansluitwaarden van de besturingsautomaat.
Tab.28
Aansluitwaarden besturingsautomaat
Voedingsspanning
Hoofdzekeringwaarde F1 (230 VAC)
Zekeringwaarde F2 (230 VAC)
X08
Ventilator
X09
Gevaar voor elektrische schok
De volgende componenten van de ketel staan onder een
X10
spanning van 230V:
X11
Elektrische aansluiting circulatiepomp.
Elektrische aansluiting gascombinatieblok.
Elektrische aansluiting ventilator.
Besturingsautomaat.
Ontstekingstrafo.
Voedingskabelaansluiting.
Diverse aansluitingen in de aansluitbox.
Het netsnoer van de ketel heeft een stekker met randaarde (snoerlengte
1,5 m) en is geschikt voor een 230VAC/50Hz voeding met fase/nul/
X12
aardesysteem.
De ketel is niet fasegevoelig. De ketel is geheel voorbedraad
AD-0000915-01
230 VAC/50 Hz
6,3 AT
1,6 AT
230 VAC
7621950 - v.09 - 03052020