N
Opnemen is mogelijk niet beschikbaar bij bepaalde instellingen, terwijl in
andere gevallen de instellingen mogelijk niet van toepassing zijn tijdens
de opname.
DIGIT. BEELDSTABIL.
Beeldstabilisatie kan worden gebruikt om schudden van de camera tijdens
het fi lmen te corrigeren, waardoor u opnames krijgt met minder trillingen.
Beeldstabilisatie kan aan of uit worden gezet met behulp van de
BEELDSTABIL. optie in het opnamemenu (
Filminstellingen aanpassen
•
Pas de fi lminstellingen aan in het
•
De fi lmsoort, framegrootte en frame rate kan geselecteerd
W
worden met
•
De AF-veldmodus voor video-opname wordt geselecteerd
W
met
FILM SET-UP > FOCUSMODUS; kies uit CONTINU AF
en ENKELVOUDIG AF.
•
De scherpstelmodus kan worden geselecteerd met
SET-UP > SCHERPSTELMODUS; selecteer voor continue
scherpstelaanpassing CONTINU AF of kies ENKELVOUDIG AF
en schakel Intelligente gezichtsdetectie in.
O
De temperatuur van de camera kan stijgen als deze langere tijd
wordt gebruikt voor het opnemen van fi lms of als de omgevingstem-
peratuur te hoog is. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
N
•
Belichting en witbalans worden tijdens de opname automatisch aan-
gepast. De kleuren en de helderheid van het beeld kunnen enigszins
afwijken van het beeld dat werd getoond voordat de opname begon.
•
Als het onderwerp slecht belicht is, gaat het AF-hulplicht mogelijk bran-
den om te assisteren bij de scherpstelbewerking. Om het AF-hulplicht
uit te schakelen, selecteert u UIT voor
AF-HULPLICHT (
FILM SET-UP > FILMMODUS.
P
67).
P
76).
W
FILM SET-UP-menu.
F
AF/MF INSTELLINGEN >
Films opnemen
W
DIGIT.
W
FILM
37
4