Service / onderhoud
Controleer de spanning van de V-riemen en
regel ze
‣
Gebruik voor de controle van de V-riemspanning
een geschikt meettoestel (bijv. Optibelt).
‣
De riemspanning kan overeenkomstig het geko-
zen meettoestel door een mechanische meting of
door meting van de geluidsgolven (riemfrequen-
tie) gebeuren.
‣
Volg bij de controle de gebruiksaanwijzingen van
de fabrikant van het specifieke meettoestel en
houd u aan de in de specifieke gebruikshandlei-
ding aangegeven streefwaarden.
‣
Om de riemspanning te corrigeren, draait u de
borgmoer (6) en de V-riem (3) los door aan de
regelmoer (7) te draaien.
‣
Trek de borgmoer (6) aan.
Aanhaalmoment (M16 A2-70): 155 Nm
NOTITIES
Volg de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van het meettoestel bij het meten van de riemspanning.
Zorg ervoor dat de specificaties voor het type V-riem SPA/XPA worden toegepast.
OPGELET
VERKEERDE V-RIEMSPANNING!
Een te hoge V-riemspanning kan leiden tot schade aan lagers en asbreuk. Als de V-riemspanning te
laag is, kunnen de V-riemen tijdens het gebruik slippen en dus voortijdig slijten.
‣
De V-riemspanning moet worden ingesteld volgens de fabrikant van het meettoestel.
‣
Plaats de V-riemafdekking terug.
Aanhaalmoment (M8 8.8): 25 Nm
4.4.2
Bevestigingsbouten van de knaldem-
per aantrekken
Verwijder de bovenste aggregaatbehuizing om bij de
bouten van de knaldemper te komen.
‣
Schroef de hoedmoeren (3) van het bovenste
deksel los.
‣
Schroef de oliepeilstok (4) eruit.
‣
Til het deksel omhoog.
24
47757778 A