Werkings- en storingscontrole
De bedienweergave brandt continu groen bij werking van de compressor.
OPGELET
OVERVERHITTING DOOR ONVOLDOENDE WARMTEAFVOER!
Om thermische schade aan het compressoraggregaat te voorkomen in geval van een ventilatorstoring,
moet het deksel voor noodbediening worden verwijderd.
‣
Als een vel papier dat voor het ventilatorrooster wordt gehouden niet wordt aangezogen door de
luchtstroom wanneer de ventilator draait, dan verwijdert u het deksel.
NOTITIES
De bedienweergave wordt bij een persluchteindtemperatuur van ca. 80 °C ingeschakeld.
Met een knipperend lampje wordt een storing aangegeven.
Temperatuurweergave perslucht
De persluchttemperatuur wordt na het verlaten van de radiateur gemeten en op de persluchttempera-
tuurmeter weergegeven.
Keuzeschakelaar voor ventilatortoerental
Het ventilatortoerental kan met de keuzeschakelaar in drie standen worden gezet:
·
Pos. links:
geen koelvermogen
·
Pos. midden:
gemiddeld koelvermogen
·
Pos. rechts:
volledig koelvermogen
3.6
Externe oliekoeler voor compressor (optioneel)
Om ervoor te zorgen dat de compressor ook onder extreme omstandigheden een optimale levensduur
heeft, is optioneel een externe oliekoeler aangesloten.
3.6.1
Werkingscontrole ventilator externe oliekoeler
Een bij draaiende ventilator voor de radiateur gehouden vel papier moet worden aangezogen.
OPGELET
SCHADE AAN DE COMPRESSOR!
De compressor kan beschadigd raken als de ventilator defect is.
‣
Controleer of de ventilator werkt.
·
Het papier wordt door de ventilator aangezogen.
47757778 A
Werking
19