Voor uw koffie of espresso gebruikt de
automaat hele, gebrande koffiebonen
die voor elk kopje vers worden gema‐
len. Vul het bonenreservoir daarvoor
met koffiebonen.
U kunt ook koffiedranken met reeds ge‐
malen koffie bereiden (zie "Koffiedran‐
ken van gemalen koffie").
Let op!
Vul het bonenreservoir uitsluitend
met gebrande koffiebonen voor es‐
presso of koffie. Doe geen gemalen
koffie in het reservoir, anders kan de
koffiemolen (het maalwerk) bescha‐
digd raken.
Doe geen vloeistoffen in het bonen‐
reservoir.
Let op! Suiker kan het apparaat on‐
herstelbaar beschadigen!
Doe geen koffiebonen die met suiker,
karamel en dergelijke behandeld zijn
of suikerhoudende vloeistoffen in het
bonenreservoir.
Gebruik geen ruwe koffiebonen
(groene, ongebrande bonen) of kof‐
fiemengsels met ruwe koffiebonen.
Ruwe bonen zijn erg hard en bevat‐
ten nog een hoeveelheid restvocht.
De koffiemolen (het maalwerk) van
de koffieautomaat kan al bij het
eerste malen beschadigd raken.
Tip: Ruwe koffie kunt u met een molen
voor noten en zaad malen. Dergelijke
molens hebben meestal een roterend
roestvrijstalen mes. De gemalen ruwe
koffie kunt u dan per portie in de kof‐
fietrechter doseren om de koffiedrank te
bereiden (zie "Koffiedranken van gema‐
len koffie").
Bonenreservoir vullen
Trek het bonenreservoir uit de auto‐
maat.
Schuif het deksel naar achteren en
vul het bonenreservoir met koffiebo‐
nen
Schuif het deksel weer naar voren.
Schuif het bonenreservoir helemaal in
het apparaat en sluit de deur.
29