De beeldverhouding selecteren
De beeldverhouding is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. Digitale tv maakt
meestal gebruik van de verhouding 16:9, de standaardwaarde van de projector, en de meeste tv-signalen
en dvd's maken gebruik van de verhouding 4:3.
Door de opkomst van digitale signaalverwerking kunnen apparaten die digitale beelden weergeven, zoals
deze projector, het beeld dynamisch uitrekken en schalen naar een andere verhouding dan die van de
invoerbron. Beelden kunnen op lineaire wijze worden uitgerekt, zodat het volledige beeld gelijkmatig is
uitgerekt, of non-lineair waardoor het beeld vervormd wordt.
De beeldverhouding van de projectie veranderen (ongeacht de beeldverhouding van de bron):
•
Met de afstandsbediening
1. Druk op Aspect om de actuele instelling weer te geven.
2. Druk herhaaldelijk op Aspect om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het
videosignaal en de vereisten van het scherm.
•
Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op
2. Druk op
om Beeldverhouding te selecteren.
3. Druk op
/
om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en
de vereisten van het scherm.
Info over de beeldverhouding
1. Auto: de verhouding van het beeld wordt aangepast aan de eigen
resolutie van de projector in de horizontale of verticale breedte. Kies
deze optie als het ingangssignaal 4:3 noch 16:9 is en u het scherm
optimaal wilt benutten onder de beeldverhouding van het
beeldmateriaal te veranderen.
2. Reëel: deze instelling geeft het beeld weer in een één op één
verhouding in het midden van het beeld zonder dat de grootte of
verhoudingen van het beeld zijn gewijzigd. Dit is met name geschikt als
een pc-signaal wordt gebruikt.
3. 4:3: past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3. Deze instelling is
vooral geschikt voor 4:3-beeld zoals computermonitors, tv's met een
standaarddefinitie en dvd-films met een 4:3-beeldverhouding, omdat in
dit geval de beeldverhouding van het beeldsignaal behouden blijft.
4. Breed: dit rekt het beeld horizontaal uit, op non-lineaire wijze. Dit
betekent dat de gedeeltes aan de rand van het beeld meer worden
uitgerekt dan het middengedeelte van het beeld om vervorming van het
middendeel tegen te gaan. Dit is geschikt in situaties waarin u de
breedte van een 4:3-beeld wilt uitrekken naar een breedte van een
16:9-beeld. De hoogte wordt niet aangepast. Sommige breedbeeldfilms
zijn zodanig geproduceerd dat de breedte is samengeperst tot de
breedte van 4:3, en deze kunnen het beste worden weergegeven door
ze terug te rekken naar de originele breedte met deze instelling.
/
totdat het menu Weergave geselecteerd is.
15:9-beeld
4:3-beeld
4:3-beeld
4:3-beeld
De projector gebruiken
35