De projector gebruiken
Voorbereidingen
1. Sluit alle apparatuur aan en schakel alles in.
2. Als dit nog niet gedaan is, steekt u de bijgeleverde stroomkabel in de
stroomaansluiting op de achterkant van de projector.
3. Steek de stroomkabel in een stopcontact en zet eventueel de
stroomschakelaar van het stopcontact aan.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op het
toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te vermijden.
De projector inschakelen
Volg onderstaande stappen.
1. Zorg dat het Powerlampje oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld.
2. Houd AAN/UIT ( ) ingedrukt om de projector in te schakelen. Zodra het lampje gaat branden, is
een "Inschakeltoon" hoorbaar. POWER-indicator knippert groen en blijft groen als de projector
is ingeschakeld.
Zie
"De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit" op pagina 34
de beltoon.
3. De ventilatoren gaan draaien, en tijdens het opwarmen verschijnt op het scherm gedurende enkele
seconden een opstartbeeld.
De projector reageert tijdens het opwarmen niet op verdere opdrachten.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren. Zie
5. "Bezig met zoeken naar bron..." verschijnt op het scherm voordat de projector een ingangssignaal
herkent. Dit bericht blijft op het scherp totdat een geldig signaal wordt gedetecteerd. Zie
ingangssignaal selecteren" op pagina 24
6. Als de horizontale frequentie van het ingangssignaal het bereik van de projector overschrijdt,
verschijnt de melding "Geen signaal" op het scherm. Dit bericht blijft op het scherm totdat u het
ingangssignaal op een geschikt signaal schakelt.
"De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 26
voor details.
voor details over het uitschakelen van
voor details.
De projector gebruiken
"Een
23