2. Druk op
om Gebruikermod. beheer te selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar als de modus Gebruiker 1, Gebruiker 2 of Gebruiker 3 is
geselecteerd in het submenu-item Voorinstellingmodus.
3. Druk op MODE/ENTER om de pagina Gebruikermod. beheer te openen.
4. Druk op
om Referentiemodus te selecteren en druk op MODE/ENTER.
5. Druk op
om een beeldmodus te kiezen die het beste aansluit bij uw wensen en druk op MODE/
ENTER en MENU/EXIT om terug te keren naar de pagina Gebruikermod. beheer.
6. Hier wijzigt u de naam van de modus Gebruiker 1, Gebruiker 2, of Gebruiker 3 door op
drukken om Gebr.mod.naam wz te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina
Gebr.mod.naam wz wordt geopend.
7. Druk op
/ / /
8. Zodra u klaar bent, drukt u op MENU/EXIT om terug te keren naar het hoofdmenu.
9. Druk op
om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas de waarde aan met
/ . Zie
"De beeldkwaliteit fijn afstellen" op pagina 30
beeldkwaliteit" op pagina 32
10. Als de instellingen zijn verricht, drukt u op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en te sluiten.
De beeldmodus herstellen
Alle aangebrachte wijzigingen in de menu's Beeld kunnen met één druk op de knop worden hersteld
naar de standaard fabriekswaardes als Reset is geselecteerd.
De beeldmodus instellen op de standaard fabriekswaardes:
1. Selecteer in het menu Beeld de optie Voorinstellingmodus en druk op
te selecteren (waaronder Gebruiker 1, Gebruiker 2 of Gebruiker 3) die u wilt herstellen.
2. Druk op
om Beeldinstellingen herstellen te selecteren en druk op MODE/ENTER. Er wordt
een bevestiging weergegeven.
3. Druk op
/
van de beeldmodus worden hersteld.
4. Herhaal de stappen 1-3 als u nog andere beeldmodi wilt herstellen.
Verwar Beeldinstellingen herstellen niet met de functie Instll. herstellen in het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd. De functie Instll. herstellen herstelt de meeste functies van het complete systeem naar de
standaard fabriekswaardes. Zie
De beeldkwaliteit fijn afstellen
Ongeacht de geselecteerde beeldmodus, u kunt de betreffende instellingen altijd aanpassen aan elk
presenteerdoel. Zodra u het OSD-menu afsluit, worden deze aanpassingen opgeslagen in de actuele
vooraf ingestelde modus.
Aanpassen van Helderheid
Selecteer Helderheid in het menu Beeld en pas de
waardes aan door op
afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder het beeld. En hoe
lager de instelling, hoe donkerder het beeld. Stel deze knop
zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details zichtbaar
zijn in de donkere gedeelten.
30
De projector gebruiken
totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ENTER.
voor details.
om Reset te selecteren en druk op MODE/ENTER. De standaard fabriekswaardes
"Instll. herstellen" op pagina 46
/
te drukken op projector of
en
"Geavanceerde aanpassing van
/
voor details.
30
te
om de beeldmodus
50
70