Smering
Lagers en lagerbussen smeren
De tractie-eenheid is voorzien van smeernippels die
regelmatig moeten worden gesmeerd met Nr. 2 Smeervet
voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Als het voertuig
in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle
lagers en lagerbussen om de 50 bedrijfsuren smeren. De
lagers en de lagerbussen moeten elke dag worden gesmeerd
als de machine in zeer stoffige en vuile omstandigheden
wordt gebruikt. Bij gebruik in deze omstandigheden kan er
vuil terechtkomen in de lagers en lagerbussen, hetgeen tot
snellere slijtage kan leiden. Pomp vet in de smeernippel
onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de voorgeschreven
interval.
Smeer een keer per jaar een dikke laag vet op de pennen van
de afsluitkleppen (Fig. 33). Smeer ook om de 500 bedrijfsuren
of jaarlijks de lagers van de achteras, waarbij de kortste
periode moet worden aangehouden (niet aangegeven). De
smeerpunten van de lagers en lagerbussen zijn:
• Universele aftakas (Fig. 34)
• Lagerbussen van draaipunt van hefarm (Fig. 35)
• Lagerbussen van draaipunt van rem (Fig. 36)
• Remkabels (aandrijfwiel en uiteinden van rempedalen)
(Fig. 36)
• Draaipunt van verlengstuk van aftakas (Fig. 37)
• Lager van aftakas, achter (Fig. 37)
• As van neutraalstand van transmissie (Fig. 38)
Uitsluitend tweewielaandrijving
• Lagerbussen van achterwielas (Fig. 39)
• Lagerbussen van stuurplaat (Fig. 40)
• Lagerbus van draaipen (Fig. 40)
• Aandrijfas (3) (Fig. 41)
Uitsluitend vierwielaandrijving
• Trekstangeinden (2) (Fig. 42)
• Cilinderstangeinden (2) (Fig. 42)
• Draaipunten van besturing (2) (Fig. 42)
• Draaipen van as (Fig. 42)
Veeg de smeernippel schoon zodat er geen
ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de
lagerbus.
1. Pomp vet in het lager of de lagerbus.
2. Veeg overtollig vet af.
Figuur 34
Figuur 35
Figuur 36
37