6 - STANDAARDREGELINGEN EN -OPTIES
6.11 - Master/slave-combinatie
Met het regelsysteem is de master/slave-regeling van twee eenheden
mogelijk die zijn gekoppeld via een communicatie kabel. De master eenheid
kan lokaal, op afstand of door netwerk Opdrachten (bedrijfseigen protocol)
geregeld worden, terwijl de slave eenheid in Netwerk bedrijf blijft.
Alle regelopdrachten naar de master/slave-opstelling (starten/stoppen,
setpuntselectie, verwarmen/koelen, enz.) worden behandeld door de
eenheid die is geconfigureerd als de master. De opdrachten worden
automatisch naar de slave eenheid verzonden.
Als de master-koelmachine wordt uitgeschakeld terwijl de master/slave-
functie actief is, dan wordt de slave-koelmachine gestopt. Onder
bepaalde omstandigheden kan de slave-eenheid eerst worden gestart
om het aantal draaiuren van de eenheden in evenwicht te houden.
In geval van een communicatiestoring tussen de twee eenheden keert
elke eenheid terug naar een autonoom bedrijfstype tot het defect is
hersteld. Als de master-eenheid wordt gestopt vanwege een alarm,
heeft de slave-eenheid toestemming om te starten.
BELANGRIJK: De Master/slave-combinatie mag alleen worden
geconfigureerd door een servicetechnicus.
6.12 - Nachtbedrijf
Met de functie Nachtbedrijf kunnen de gebruikers de eenheid
configureren met specifieke parameters te werken gedurende een
specifieke tijdsperiode. Gedurende de nachtperiode, wordt de capaciteit
beperkt. Het aantal draaiende ventilatoren verminderd. (alleen in
koelbedrijf).
De nachtperiode wordt gedefinieerd door een start- en een eindtijd die
hetzelfde zijn voor elke dag van de week. De nachtbedrijf instellingen
en de capaciteitsbegrenzing kunnen worden geconfigureerd in het
Configuratiemenu (GENCONF – Algemene configuratie). Alleen
ingelogde gebruikers kunnen de nachtbedrijf instellingen wijzigen.
Instellen van het nachtbedrijf
1. Navigeer naar het Configuratiemenu (alleen ingelogde gebruikers).
2. Selecteer General Config(GENCONF) (Algemene config.).
3. Parameters instellen overeenkomstig het nachtbedrijf.
Startuur van nachtbedrijf [nh_start]
00:00 tot 24:00
Stopuur van nachtbedrijf [nh_end]
00:00 tot 24:00
Night Capacity Limit [nh_limit] (Nachtcapaciteit limiet)
0 tot 100%
100%
6.13 - Brijnoptie (optie 5, optie 6)
Dynaciat-eenheden bieden verschillende koelvloeistoffen zoals
standaard water en als optie brijn, d.w.z. medium brijn (optie 5) of lage
brijn (optie 6). De brijnoptie wordt normaal gesproken gebruikt voor
lagetemperatuurtoepassingen.
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key nodig
(zie paragraaf 6.16).
6.14 - BACnet (optie 149)
Het BACnet/IP-communicatieprotocol wordt gebruikt door het
gebouwbeheerssysteem of de programmeerbare regelaars om met de
Connect Touch-regelaar te communiceren.
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key nodig
(zie paragraaf 6.16).
6.15 - Modbus (optie 149B)
Het Modbus-communicatieprotocol wordt gebruikt door het
gebouwbeheersysteem of de programmeerbare regelaars om met het
CONNECT TOUCH-regelsysteem te communiceren.
OPMERKING: Modbus-optie is geleverd als standaard.
NL-41
DYNACIAT LG/LGN