6 - STANDAARDREGELINGEN EN -OPTIES
6.2 - Extern beveiligingscontact regelen
Dit contact controleert de status van een beveiliging (extern
beveiligingscircuit). Het voorkomt dat de eenheid wordt gestart
als het is geopend, als de vertraging bij opstarten is verlopen.
Dit geopende contact geeft een alarm dat leidt tot de uitschakeling
van de eenheid als de eenheid in bedrijf is (alarm 10028).
6.3 - Koelen/verwarmen
De regelaar kan alle handelingen beheren die nodig zijn voor de
correcte werking van de airconditioning:
■ Afhankelijk van het type wateraansluitingen, kunnen Dynaciat
LG-eenheden werken in koel- of verwarmingsbedrijf.
De gebruiker kan het bedrijfstype (van koeling naar
verwarming OF van verwarming naar koeling) op elk moment
wijzigen als de eenheid op UIT staat.
■ Dynaciat LGN condensorloze eenheden kunnen alleen
werken in koelbedrijf.
De werking van de eenheid is gebaseerd op de volgende
parameters:
■ Status eenheid aan/uit: deze parameter geeft aan of de
eenheid is stopgezet (niet geautoriseerd om te starten) of in
bedrijf is (geautoriseerd om te starten).
■ Regeltype: geeft aan of de eenheid in het type Lokaal,
Op afstand of Netwerk werkt.
■ Selectie van verwarming/koeling in het type Lokaal:
het bedrijfstype wordt geselecteerd via de gebruikersinterface
(zie menu GENUNIT).
■ Status van schakelaar voor verwarmen/koelen in bediening
op afstand: deze contacten zijn alleen actief als de eenheid
is ingesteld op afstandsbediening.
■ Selectie van verwarming/koeling in netwerktype: de
netwerkopdracht [HC_SEL] maakt het mogelijk om de
verwarming/koeling te regelen als de eenheid op het
netwerkbedrijfstype staat.
Verwarmen/
Status Regeltype
koelen op
Lokaal
Uit
-
-
aan
lokaal
koelen
aan
lokaal
verwarmen
op
aan
-
afstand
op
aan
-
afstand
aan
Netwerk
-
aan
Netwerk
-
6.4 - Aanvullende verwarmingsregeling
De regeling biedt een aanvullende verwarmingsregeling door
m i d d e l v a n e e n v e r w a r m i n g s k e t e l o f e l e k t r i s c h e
verwarmingstrappen.
6.4.1 - Regeling ketel
De eenheid kan het opstarten van een verwarmingsketel regelen
als deze op het verwarmingsbedrijfstype staat. Als de
verwarmingsketel werkt, wordt de waterpomp van de eenheid
gestopt. De eenheid en de verwarmingsketel kunnen niet
tegelijkertijd samen werken.
De uitgang van de verwarmingsketel wordt geactiveerd
onder de volgende condities:
■ De eenheid staat op het verwarmingsbedrijfstype maar een
storing voorkomt dat de eenheid kan worden gebruikt.
■ De eenheid staat op het verwarmingsbedrijfstype maar werkt
DYNACIAT LG/LGN
Verwarmen/
Verwarmen/
koelen op
koelen op
Huidig type
Op afstand
Netwerk
-
-
-
-
koeling
-
-
verwarming
on_cool
-
koeling
on_heat
-
verwarming
-
koelen
koeling
-
verwarmen
verwarming
bij een zeer lage buitenluchttemperatuur waardoor de
capaciteit van de eenheid ontoereikend is. Het is mogelijk om
het opstarten van de verwarmingsketel op basis van de
buitenluchttemperatuur aan te passen. Standaard wordt de
verwarmingsketel gestart als de buitenluchttemperatuur
-10 °C is. Deze grenswaarde kan worden gewijzigd door
aangemelde gebruikers in het configuratiemenu van
verwarmen/koelen (HCCONFIG).
■ De eenheid staat op het verwarmingsbedrijfstype en de
handmatige opdracht voor de verwarmingsketel wordt
voortdurend ingesteld op "On". Deze instelling kan worden
gewijzigd door aangemelde gebruikers in het configuratiemenu
van verwarmen/koelen (HCCONFIG). Het is handig als er
zich geen BLT-opnemer in de eenheid bevindt.
De grenswaarde voor de buitenluchttemperatuur instellen
voor de verwarmingsketel
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer Heat/Cool Config (HCCONFIG) (Verwarmen/
Koelen config).
3. Stel Boiler OAT Threshold [boil_th] (Ketel OAT drempel) in.
Boiler OAT Threshold [boil_th] (Ketel OAT drempel)
-15,0 tot 15,0 °C
5,0 tot 59,0 °F
Handmatige opdracht voor verwarmingsketel instellen
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer Heat/Cool Config (HCCONFIG) (Verwarmen/
Koelen config).
3. Stel Handmatige opdracht voor verwarmingsketel [boil_on] in.
Handmatige opdracht voor verwarmingsketel [boil_on]
Uit
Regeling op basis van BLT-sensor
Regeling van verwarmingsketel geactiveerd (voor eenheden zonder
aan
BLT-sensor of als de BLT-sensor niet werkt)
6.4.2 - Regeling elektrische verwarming
D e e e n h e i d k a n m a x i m a a l v i e r t r a p p e n v a n e l e k t r i s c h e
verwarmingselementen als extra verwarming aansturen.
-
De trappen van elektrische verwarmingselementen worden geactiveerd
om het verwarmingsvermogen onder de volgende condities aan te
vullen:
■ De eenheid gebruikt 100% van zijn beschikbare verwarmingsvermogen
of de eenheid wordt begrensd in zijn werking door een
beschermingsmodus (bijv. bescherming van lage zuigdruktemperatuur)
en kan in alle gevallen niet voldoen aan de verwarmingsvraag.
■ De buitenluchttemperatuur ligt onder een configureerbare
grenswaarde die is gedefinieerd in het configuratiemenu voor
verwarmen/koelen (HCCONFIG).
■ De capaciteitsbegrenzing van de eenheid is niet actief.
Elektrische verwarmingstrap BLT drempel instellen
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer Heat/Cool Config (HCCONFIG) (Verwarmen/Koelen
config).
3. Stel Elec Stage OAT Threshold [ehs_th] in.
Elec Stage OAT Threshold [ehs_th] (Elektr. trap OAT drempel)
-5,0 tot 21,0 °C
23,0 tot 70,0 °F
Indien nodig kan de gebruiker het laatste elektrische verwarmingselement
configureren als een veiligheidstrap. Die veiligheidstrap wordt alleen
geactiveerd in aanvulling op de andere trappen als er een eenheid
defect is die het gebruik van het verwarmingsvermogen voorkomt.
De andere trappen van elektrische verwarmingselementen blijven
werken zoals eerder is beschreven.
NL-36
-9,9 °C
14,2 °F
5,0 °C
41,0 °F