7.5 Installatie van de warmtepompboiler
•
Verwijder de verpakking van de warmtepompboiler.
•
Bevestig de warmtepompboiler aan de muur overeenkomstig de
aangegeven volgorde:
(1) Selecteer het type plug dat het meest geschikt is voor bevestiging
aan het specifieke type muur en de grootte van de schroeven of
andere verankeringsmiddelen die het beste geschikt zijn om het
gewicht van de warmtepompboiler gevuld met water te dragen.
LET OP! Pas de maat van de pluggen aan in over-
eenstemming met het gewicht dat ze moeten
onder-steunen om te voorkomen dat de
schroeven losraken door trillingen tijdens het gebruik
gedurende de levensduur van de warmtepompboiler.
(2) Om het geluid en de effecten van de trillingen die door de wanden
kunnen worden overgedragen via de verbinding van de beugels met
de muur te verminderen, dient voor de isolatie van trillingsdempers
te worden gezorgd met behulp van trillingsdempende pluggen.
Voor dit doel zijn muurbevestigingsbeugels verkrijgbaar met
speciale trillingsdempende rubberen pads.
(3) Boor de gaten in de muur en let op voor de bestaande kabels en
leidingen in de muur.
Gebruik de mal (op de verpakking) voor een eenvoudige installatie.
Cod. 1910000001165 - nv01
(4) Bevestig de beugel horizontaal aan de muur. Indien nodig voeg dan
twee schroefhaken voor de onderste beugel toe, zoals aangegeven
in onderstaande Afbeelding A.
A
(5) Bevestig de warmtepompboiler aan de muurbeugel.
(6) Controleer met behulp van een waterpas of de warmtepompboiler
verticaal hangt. De afstand tot de wand kan worden aangepast door
de demper in/uit te draaien, de afstelling na het vullen van de boiler
te herhalen.
(7) Voer de hydraulische en elektrische aansluitingen uit (zoals
beschreven in de volgende hoofdstukken).
(8) Voer de eventuele luchtkanaalaansluitingen uit (zie hoofdstuk 7.8
Aansluiting van luchtkanalen).
- 97 -
Nederlands