Nederlands
7.6 Hydraulische aansluitingen
Gebruik flexibele verbindingen voor hydraulische
aansluitingen om het geluid en de effecten van de
trillingen die door de wanden kunnen worden
overgedragen te verminderen.
80 lt
155
90
285
110 lt
155
90
285
• De getoonde aansluit diagrammen zijn niet bindend. Het is aan
110 lt
de ontwerper van de installatie om, in overeenstemming met de
geldende installatievoorschriften, te bepalen wat het de best mogelijke
aansluiting is in overeenstemming met de eventuele beperkingen
zoals aangegeven door de fabrikant.
• Bij het aansluiten van de boiler op de koudwaterleiding moet een
inlaatcombinatie worden gemonteerd.
• In het algemeen moet voor installaties voor de productie van warm
tapwater worden voldaan aan de bepalingen zoals beschreven in de
NEN 1006 (leidingwaterinstallaties). De garantie dekt geen schade
155
die voortvloeit uit het niet naleven van de bepalingen van deze norm.
• Het progressieve verbruik van de magnesiumanode kan variëren
afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en de aard van het water.
7.7 Condensafvoeraansluiting
90
285
Het condenswater wat wordt gevormd tijdens de werking van de
warmtepomp stroomt door de afvoerbuis die door de isolerende
ommanteling loopt en die uitkomt aan de onderkant van de boiler.
Gebruik de aansluiting aan de onderkant van de warmtepompboiler om
een open verbinding met de condensafvoerleiding tot stand te brengen.
- 98 -
Cod. 1910000001165 - nv01