Antidiefstalsysteem
*
Antidiefstalsysteem
Als het voertuig in de antidiefstalmodus
staat, klinkt er een alarm en knipperen de
richtingaanwijzers wanneer een deur wordt
geopend.
Antidiefstalsysteem inschakelen
1.
Schakel het contact uit.
2.
Laat alle inzittenden uit het voertuig
stappen.
3.
Sluit alle deuren. De
antidiefstalindicator brandt constant
wanneer alle deuren vergrendeld zijn.
Het antidiefstalsysteem wordt binnen
acht seconden automatisch
ingeschakeld. Wanneer het systeem is
ingeschakeld, begint het
antidiefstalindicator te knipperen.
4.
U kunt het voertuig achterlaten nadat
u heeft bevestigd dat de indicator
begint te knipperen. Omdat het
ontgrendelen van de deur vanuit het
voertuig het systeem activeert, mag er
nooit iemand in het voertuig blijven
met het systeem ingeschakeld.
Het alarm activeren
•
Het systeem activeert het alarm in een
van de volgende situaties:
6
•
Bij het openen van een willekeurige
deur, de kofferruimte of
motorkap zonder gebruik te maken
van de sleutelloze toegangsfunctie
van de smartkey.
•
Het voertuig wordt ingeschakeld
zonder de Smartkey-startfunctie te
gebruiken.
Antidiefstal UIT
•
Het antidiefstalalarm kan worden
gestopt door:
•
De deur ontgrendelen met een
geldige smartkey.
•
Gebruik van een NFC (Near Field
Communication) om het voertuig te
ontgrendelen.
•
Gebruik van de microschakelaar om
het voertuig te ontgrendelen.
•
Gebruik van een geldige smartkey
om de kofferruimte op afstand te
ontgrendelen.
•
Het voertuig op afstand starten met
een geldige smartkey.
•
Drukken op de START/STOP-knop in
het voertuig terwijl u een geldige
smartkey bij u heeft.
WAARSCHUWING
•
Wijzig het antidiefstalsysteem niet
door middel van aanpassing of
toevoeging. Anders kan het systeem
defect raken.