Rijden in regen
of 's nachts
Ruitenwisser/
sproeier
•
De hendel wordt gebruikt om de
ruitenwissers en sproeier te bedienen.
Het heeft vijf modi:
•
:Hoge snelheid
•
: Lage snelheid
•
: Intermitterend
•
:Stop
•
: Puntsgewijs wissen
•
Om een modus te selecteren, duwt u
de hendel omhoog of omlaag.
•
Bij lage- en hogesnelheidsmodi werkt
de wisser continu.
•
Om de wissers in de spot-wiping-
modus te laten werken
hendel uit de
vegen met een lage snelheid totdat u
de hendel loslaat.
12
, trekt u de
stand. De wissers
Lichtschakelaars
Automatische verlichting
Zet de lichtschakelaar op
carrosseriecontrolemodule registreert de
helderheidsgegevens van de
lichtintensiteitssensor om de positielichten
en het dimlicht automatisch in of uit te
schakelen.
Dimlicht
Zet de lichtschakelaar op
dimlichten in te schakelen.
Mistlichten achterzijde
Zet de lichtschakelaar op
de mistlichtknop op
mistachterlichten in te schakelen.
Richtingaanwijzers
•
Duw de lichthendel omhoog om een
bocht naar rechts aan te geven. De
rechter richtingaanwijzer en de
bijbehorende indicator op het
instrumentenpaneel knipperen.
•
Trek de hendel naar beneden om een
bocht naar links aan te geven. De linker
richtingaanwijzer en de bijbehorende
indicator op het instrumentenpaneel
knipperen.
. De
om de
en draai
, om de