8.4.3 Brander controleren
Afb. 8.3 Brander controleren
De brander (1) behoeft geen onderhoud en hoeft niet te
worden gereinigd.
• Controleer het oppervlak van de brander op beschadi-
gingen en vervang indien nodig de brander.
• Monteer na controle/vervanging van de brander het
brander-ventilator-gasgedeelte zoals beschreven in
hoofdstuk 8.4.4.
8.4.4 Brander-ventilator-gasgedeelte monteren
Afb. 8.4 Siliconen pakkingen vervangen
• Plaats een nieuw siliconen pakking (1) in de brander-
flens.
Let op!
De siliconen pakking (1) in de branderflens moet
bij het openen van de branderflens altijd worden
vernieuwd (bijv. bij onderhouds- en servicewerk-
zaamheden of tenminste één keer per twee
jaar). Als de isolatielaag aan de branderflens
tekens van beschadiging vertoont, moet deze in
ieder geval worden vervangen (art.-nr. 210 734).
Installatie- en onderhoudshandleiding hrEXCLUSIEF
Inspectie en onderhoud 8
1
Afb. 8.5 Brander-ventilator-gasgedeelte monteren
• Plaats het complete brander-ventilator-gasgedeelte
(5) op de primaire-condensatie-warmtewisselaar.
• Schroef de vijf moeren (2) kruiselings vast tot de
1
branderflens gelijkmatig op de aanslagvlakken zit.
• Plaats de ontsteekkabel en de aardleiding op de ont-
stekingselektrode (4).
• Bevestig de kabel op de ventilatormotor en de kabel
op het gasgedeelte.
• Sluit de gasleiding (6) met de nieuwe pakking aan op
het gasgedeelte. Gebruik daarbij het sleutelvlak op de
flexibele gasleiding om de leiding tegen te houden.
Let op!
Open de gaskraan en controleer het toestel op
lekkages met lekzoekspray. Controleer de
schroefverbinding (6).
• Controleer of de blauwe pakkingring in de luchtaan-
zuigbuis (1) goed in de uitsparing zit.
• Bevestig de luchtaanzuigbuis op de aanzuigaansluiting
en bevestig de buis met de bevestigingsschroef (3).
1
2
3
4
5
6
31