PROGRESSIVE AUTO
Kies deze instelling wanneer:
– de televisie progressieve signalen accepteert, en
– de televisie is aangesloten op de COMPONENT VIDEO OUT aansluitingen.
Kies dit normaal in de bovengenoemde omstandigheden. Hierbij wordt de software automatisch
gedetecteerd en de juiste conversiemethode geselecteerd.
Merk op dat het beeld onscherp is of er zelfs geen beeld verschijnt wanneer u deze instellingen
selecteert en één van de bovenstaande voorwaarden niet is vervuld.
PROGRESSIVE VIDEO
Kies deze instelling wanneer:
– de televisie progressieve signalen accepteert, en
– de televisie is aangesloten op de COMPONENT VIDEO OUT aansluitinge, en
– u de conversiemethode wilt omschakelen naar PROGRESSIVE VIDEO voor videosoftware.
Kies dit wanneer het beeld onscherp is met PROGRESSIVE AUTO.
Merk op dat het beeld onscherp is of er zelfs geen beeld verschijnt wanneer u deze instellingen
selecteert en één van de bovenstaande voorwaarden niet is vervuld.
NORMAAL (INTERLACE)
Kies deze instelling wanneer:
– de televisie geen progressieve signalen accepteert, of
– de televisie is aangesloten op andere aansluitingen dan de COMPONENT VIDEO OUT
aansluitingen (LINE OUT (VIDEO) of S VIDEO OUT).
U kunt deze instelling niet selecteren als de HDMI aanduiding brandt.
Typen DVD-software en conversiemethode
DVD-software kan worden onderverdeeld in twee soorten: filmsoftware en videosoftware.
Videosoftware is afgeleid van televisie, zoals drama en comedy's, met een weergave van 25
beelden/50 velden (30 beelden/60 velden) per seconde. Filmsoftware is vergelijkbaar met
weergave in de bioscoop, met 24 beelden per seconde. Bepaalde DVD-software bevat video en
film.
Om deze beelden natuurlijk op het televisiescherm te laten verschijnen in de progressieve stand,
moet het progressieve videosignaal worden omgezet naar het type DVD-software dat u bekijkt.
Opmerkingen
• Als u videosoftware met progressieve signalen afspeelt, worden gedeelten van bepaalde soorten beelden
onnatuurlijk weergegeven vanwege het conversieproces als deze worden uitgevoerd via de COMPONENT
VIDEO OUT aansluitingen. Beelden afkomstig van de S VIDEO OUT en LINE OUT (VIDEO)
aansluitingen blijven intact omdat ze in het normale (interlace) formaat worden uitgevoerd.
• Wanneer u "LINE" bij "SCHERMINSTELLING" op "RGB" zet, schakelt de speler over naar "NORMAAL
(INTERLACE)". Dit gebeurt ook wanneer u "PROGRESSIVE AUTO" of "PROGRESSIVE VIDEO"
selecteert.
• Als u LINE OUT (VIDEO) of S VIDEO OUT gebruikt, kan het beeld flikkeren als u op de PROGRESSIVE
toets op het voorpaneel drukt (Interlace schakelt over naar Progressive of omgekeerd).
20