3. Problemen met afbeeldingskwaliteit oplossen
gebruikt wordt en verlaag de absolute waarde van [Zijde 1] bij 1203: [Uitgangsvoltage
papieroverdracht] met 5 A.
Voorbeeld: als de huidige stroomsterkte -100 A bedraagt, wijzig dit dan in -95 A.
2.
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja
Klaar! Wanneer het probleem zich ook voordoet op zijde 2 van het papier, voert u de
oplossing beschreven in "(b) Wanneer het probleem zich voordoet op zijde 2" uit.
Ne
Verlaag de absolute waarde van de negatieve stroom nogmaals met 5 A.
e
3.
Herhaal stap 2. Als de belichting van de afbeelding lichter is, maar het probleem blijft
bestaan, reset u de huidige waarde naar de oorspronkelijke waarde en gaat u naar stap
4.
4.
Selecteer [Apparaat: Afbeeldingskwaliteit] bij [Geavanceerde instellingen] voor het
aangepaste papier dat gebruikt wordt en verlaag de absolute waarde bij 1202:
[Uitgangsstroom afbeeldingsoverdracht] met 5 A.
Voorbeeld: als de huidige stroomsterkte 80 A bedraagt, wijzig dit dan in 75 A.
5.
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja
Klaar!
Ne
Verlaag de absolute waarde van de negatieve stroom nogmaals met 5 A.
e
6.
Herhaal stap 5. Als de belichting van de afbeelding lichter is, maar het probleem blijft
bestaan, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.
(b) Wanneer het probleem zich voordoet op zijde 2
1.
Pas de instelling voor zijde 2 van het papier aan. Selecteer [Apparaat:
Afbeeldingskwaliteit] bij [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier dat
gebruikt wordt en verlaag de absolute waarde van [Zijde 2] bij 1203: [Uitgangsvoltage
papieroverdracht] met 5 A.
Voorbeeld: als de huidige stroomsterkte -100 A bedraagt, wijzig dit dan in -95 A.
2.
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja
Klaar!
Ne
Verlaag de absolute waarde van de negatieve stroom nogmaals met 5 A.
e
3.
Herhaal stap 2. Als de belichting van de afbeelding lichter is, maar het probleem blijft
bestaan, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.
38