3. Problemen met afbeeldingskwaliteit oplossen
• Op zijde 1 van het papier: pas dit aan naar de [ ]-richting met [Langs invoer] in
[Afbeeldingspositie: Zijde 1].
• Op zijde 2 van het papier: pas dit aan naar de [ ]-richting met [Langs invoer] in
[Afbeeldingspositie: Zijde 2].
2. De maskerbreedte van de bovenrand aanpassen
Selecteer [Apparaat: Afbeeldingskwaliteit] bij [Geavanceerde instellingen] voor het
aangepaste papier dat gebruikt wordt en geef vervolgens [Bovenrand] op bij 1210:
[Wismarge].
3. De marge van de bovenrand van het bestand aanpassen
Vergroot de marge van de bovenrand in de afdrukinstellingen van de afbeelding die moet
worden afgedrukt.
Voor meer informatie over het aanpassen van de afbeeldingspositie en maskerbreedte van de
bovenrand, zie de Handleiding menu aanpassingsonderdelen.
Als u de marge van de bovenrand niet met meer dan 15 mm (0,6 inch) kunt vergroten, neem
dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
b) Lijnspetters in een gebied van meer dan 15 mm (0,6 inch) van de bovenrand
1. Selecteer [Apparaat: Afbeeldingskwaliteit] bij [Geavanceerde instellingen] voor het
aangepaste papier dat gebruikt wordt en selecteer 1202: [Uitgangsstroom
afbeeldingsoverdracht].
2. Controleer de huidige waarde. Is het de hoogste limiet?
Ja
Ga naar stap 5.
Ne
Ga verder met de volgende stap.
e
3. Verhoog de absolute waarde van de stroomsterkte bij [Uitgangsstroom
afbeeldingsoverdracht] met 5 A.
4. Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja
Klaar!
Ne
Verhoog de waarde met 5 A. Als het probleem voort blijft aanhouden, zelfs als u de
e
waarde heeft verhoogd naar de hoogste limiet (150 A), ga dan naar de volgende
stap.
5. Vindt u het erg als de dichtheid van de afbeelding laag is?
Ja
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
34