Venstervouw
Papierinvoerrichting
Het
-teken geeft de bovenrand (ten opzichte van de toevoerrichting van het papier) aan en het
teken geeft de onderrand aan.
<De vouwafwijking aanpassen>
Deze procedure geldt zowel voor L1, als voor L2 en L3.
1.
Open het voorpaneel van de multivouweenheid.
2.
Verwijder de bevestigingsschroef.
Als de bevestigingsschroef aan het aanpassingsschroefgat vastzit, maak deze dan los.
3.
Draai de aanpassingsschroef om de afwijking aan te passen.
• Om de lengte aan de onderkant van het papier te verhogen, draait u de schroef
rechtsom.
• Om de lengte aan de onderkant van het papier te verlagen, draait u de schroef linksom.
4.
Bevestig de bevestigingsschroef om de aanpassingsschroef aan te draaien.
Als de bevestigingsschroef aan het aanpassingsschroefgat vastzit, draai deze dan aan.
5.
Sluit het voorpaneel van de multivouweenheid.
• Bij meerdere vellen-vouw worden vouwafwijkingen van het binnenste vel aangepast.
L2
L3
L1
NL CEZ537
CEZ510
Multivouweenheid
-
165