UITGAVE 03/2013
GEBRUIKSAANWIJZING
8
STORINGEN OPSPOREN EN VERHELPEN
Probleem
Pomp werkt niet.
Slecht spuitbeeld.
Onregelmatig
werken van de pomp;
spuitstraal zakt ineen
(pulsatie).
Pomp loopt
gelijkmatig, maar zuigt
geen werkmateriaal
aan.
Pomp werkt bij
gesloten spuitpistool.
Luchtmotor vol ijs.
Als er van geen van de genoemde storingsoorzaken sprake is, kan het defect bij een klantenservicedienst van
WAGNER worden verholpen.
BESTELNUMMER DOC 2310801
Oorzaak
Luchtmotor start niet, blijft stilstaan.
Geen aanduiding van luchtdruk op
manometer (luchtdrukregelaar werkt
niet).
Verstopping van de spuitkop.
Gebrekkige persluchtvoorziening.
Verstopping van het insteekfi lter in
het spuitpistool.
Verstopping in de
materiaaltransportpomp of in de
hogedrukslang (bijv. 2K-materiaal
uitgehard).
Af en toe stopt de pomp op een
schakelpunt.
Zie gebruiksaanwijzing van spuitpistool.
Viscositeit te hoog.
Te geringe spuitdruk.
Vastplakkende kleppen.
Vreemd voorwerp in aanzuigklep.
Diameter van de
persluchttoevoerleiding te klein.
Versleten kleppen, afdichtingen of
zuigers.
Filter van drukregelaar verstopt.
De wartelmoer van het aanzuigsysteem
zit los; pomp zuigt lucht.
Aanzuigfi lter vuil.
Kogel plakt vast in de aanzuigklep of
de zuigerklep.
Afdichtingen, kleppen, zuigers versleten. Vervang onderdelen.
Veel condenswater in aangevoerde lucht. Monteer een waterafscheider.
Oplossing
Sluit/open kogelkraan op de
drukregelaareenheid of onderbreek de
persluchttoevoer kortstondig.
Onderbreek persluchtaanvoer kortstondig
of repareer resp. vervang de regelaar.
Reinig de spuitkop volgens de instructies.
Controleer de persluchtvoorziening.
Reiniging van de delen en gebruik van
correct werkmateriaal.
Demonteer en reinig de
materiaaltransportpomp, vervang de
hogedrukslang.
Druk de starter van de omschakelklep in en
start de pomp opnieuw.
Reinig de schuif van de omschakelklep
zorgvuldig en smeer deze evt. met een licht
olielaagje.
Verdun het werkmateriaal.
Verhoog de luchtingangsdruk.
Gebruik een kleinere spuitkop.
Reinig de pomp, laat deze eventueel een
tijdje in reinigingsmiddel staan.
Demonteer, reinig het aanzuigklephuis en
controleer de klepzitting.
Plan een grotere toevoerleiding
-> Technische gegevens, hoofdstuk 5.3.2.
Vervang onderdelen.
Controleren en indien nodig reinigen.
Draai de wartelmoer vast.
Reinig het fi lter.
Reinig de kogels en klepzittingen.
41