Door gebruiker gedefinieerd programma voor een volle week
aanpassen
LET OP!
Met deze methode wordt het huidige door de gebruiker
gedefinieerde programma teruggezet naar de
fabrieksinstellingen.
Zo past u het door de gebruiker gedefinieerde programma aan:
1.
Druk op OK om naar de parameterbewerkingsmodus te gaan.
2.
Gebruik de knoppen - of + om een programma te selecteren U.
3.
Houd ingedrukt OK totdat de dag 1 en 00:00 verschijnt op het
display.
4.
Druk op OK om het gemarkeerde interval tussen Comfort (
en ECO-modus ( ).
5.
Gebruik de knoppen - of + om de markering te verplaatsen
(onderaan het display). Als u de indicator van het ene interval
verplaatst naar het andere, dient u de geselecteerde modus op
te slaan voor dat interval.
6.
Herhaal stap 4 en 5 totdat op het display verschijnt 23:30.
7.
Druk op + om de programmering van de huidige dag te
voltooien.
De tekst Kopieer Ja verschijnt (Ja knippert).
8.
Gebruik de knoppen - of + om Ja of Nee te selecteren en druk
op OK om te bevestigen.
Ja: Kopieer de instelling van de huidige dag naar de volgende.
Herhaal dit voor de dagen die dezelfde instellingen dienen te
krijgen.
Nee: Maak een nieuw planningsinterval voor de volgende dag.
Herhaal vervolgens stap 4 tot en met 8 totdat de hele week is
geprogrammeerd.
9.
Als de laatste dag is ingesteld, wordt het instellingenmenu
weergegeven.
02. Omschakelen verwarmen/koelen
Dit menu is niet zichtbaar als de thermostaat bij een regelmodule is
geregistreerd. Het omschakelen tussen verwarmen/koelen wordt
geregeld met een fysieke verwarmen-/koelenschakelaar of in de
Uponor Smatrix Pulse app (vereist communicatiemodule).
03 ECO-modus verlagingstemperatuur
Standaard: 4 ˚C
Mogelijke instellingen: 0 – 11 ˚C, in stappen van 0,5 ˚C
In dit menu wordt de verlagingstemperatuur ingesteld voor wanneer
het kanaal in de ECO-modus is.
De instelling past het huidige schakeltemperatuur aan met de
ingestelde waarde. De schakeltemperatuur wordt verlaagd in de
verwarmingsmodus en verhoogd in de koelmodus.
Als de verlagingstemperatuur op 0 staat, zal de ruimtethermostaat
onveranderd blijven als een programma het systeem in de ECO-
modus zet.
Dit menu is niet zichtbaar als een communicatiemodule op het
systeem is aangesloten. De instelling is dan beschikbaar in de
Uponor Smatrix Pulse app.
Zie Instellingen wijzigen, Pagina 94, voor het wijzigen van de
instelling.
04 Regelmodus
In dit menu wordt de regelmodus voor de ruimtethermostaat
ingesteld.
Als er een externe voeler is aangesloten op de ruimtethermostaat,
dient er een regelmodus gekozen te worden die geschikt is voor de
extra functie van de voeler.
De actuele besturingsmodus wordt getoond (RT, RFT, RS of RO).
Zie Instellingen wijzigen, Pagina 94, voor het wijzigen van de
instelling.
Uponor Smatrix Wave T‑166
Displaytekst
Beschrijving
)
RT
Ruimtetemperatuurvoeler
RFT
Ruimtetemperatuurvoeler en vloertemperatuurvoeler
RS
Externe voeler
RO
Ruimtetemperatuurvoeler en buitentemperatuurvoeler
Uponor Smatrix Wave T‑168
Displaytekst
Beschrijving
RT
Ruimtetemperatuurvoeler
RFT
Ruimtetemperatuurvoeler en vloertemperatuurvoeler
RS
Externe voeler
RO
Ruimtetemperatuurvoeler en buitentemperatuurvoeler
Uponor Smatrix Wave T‑169
Symbool
Beschrijving
Ruimtetemperatuurvoeler
Ruimtetemperatuurvoeler en vloertemperatuurvoeler
Externe voeler
Ruimtetemperatuurvoeler en buitentemperatuurvoeler
05 Bovengrens vloertemperatuur
LET OP!
Deze parameter kan niet lager worden ingesteld dan de
ingestelde waarde in het instellingenmenu 06
Ondergrens vloertemperatuur.
Standaard: 26 ˚C
Mogelijke instellingen: 20 – 35 ˚C, in stappen van 0,5 ˚C
In dit menu wordt een grens voor de maximaal toegestane
vloertemperatuur ingesteld.
Dit menu is alleen zichtbaar als de regelmodus RFT geactiveerd is in
het instellingenmenu 04. Bij systemen met een communicatiemodule
toont dit menu alleen de ingestelde waarde. Veranderingen worden
uitgevoerd in de Uponor Smatrix Pulse app.
Zie Instellingen wijzigen, Pagina 94, voor het wijzigen van de
instelling.
Uponor Smatrix Wave Pulse
|
Installatie- en bedieningshandleiding
|
97