LET OP!
De regelmodule kan geen spanning leveren voor de
uitgang.
LET OP!
De regelmodule gebruikt een aansluiting met droog
contact op het klemmenblok voor het regelen van de
uitgang. Wanneer het relais sluit, wordt de functie
geactiveerd.
LET OP!
De elektrische circuits van de uitgang moeten worden
beveiligd met een stroomonderbreker met een maximale
nominale waarde van 8 A.
De regelmodule heeft twee relais die onafhankelijk van elkaar kunnen
worden gebruikt. Een relaismodule kan worden gebruikt in installaties
waarbij de afstand tussen het apparaat en de regelmodule de
bedrading bemoeilijkt of als er meer relais nodig zijn.
De relais op de master-regelmodule kunnen worden ingesteld op een
van de volgende combinaties. Een communicatiemodule is vereist
om de relaisconfiguratie van standaardwaarden te wijzigen.
Relais 1 (POMP)
Circulatiepomp (standaard)
1)
Circulatiepomp
1)
1)
Circulatiepomp
Koudeopwekker
1)3)
Circulatiepomp
1)
Niet ingesteld
De relais op de sub-regelmodule kunnen worden ingesteld op een
van de volgende combinaties. Een communicatiemodule is vereist
voor configuratie.
Relais 1 (POMP)
Circulatiepomp
2)
Circulatiepomp
2)
Niet ingesteld
1) Functie alleen beschikbaar wanneer pomp management is ingesteld op
Individueel of Gewoon.
2) Functie alleen beschikbaar als pomp management is ingesteld op Individueel,
anders wordt "Niet gebruikt" weergegeven in de Uponor Smatrix Pulse app.
3) Functie alleen beschikbaar wanneer koeling is geactiveerd.
4) Functie alleen beschikbaar wanneer koeling is geactiveerd, anders wordt "Niet
gebruikt" weergegeven in de Uponor Smatrix Pulse app.
5) Functie alleen beschikbaar tijdens de regeling van de relatieve
luchtvochtigheid (bij koeling, geen fancoils).
6) Deze functie wordt ook gebruikt bij het aansluiten van een ventilatie-unit.
30
|
Uponor Smatrix Wave Pulse
Relais 2 (KETEL)
Ketel (standaard)
Omschakelen V/K
3)
5)
Ontvochtiging
Ketel
Comfort/ECO
6)
Niet ingesteld
Relais 2 (KETEL)
Omschakelen V/K
4)
Ontvochtiging
5)
Niet ingesteld
|
Installatie- en bedieningshandleiding
Circulatiepomp
RELAY 1
(PUMP)
Waarschuwing!
Gevaar voor elektrische schok! Elektrische installatie- en
servicewerkzaamheden achter de afgesloten 230V AC
afdekking dienen onder toezicht van een bevoegde
elektricien te gebeuren.
LET OP!
Kijk vóór het aansluiten van de pomp in de documentatie
van leverancier van de circulatiepomp en in de relevante
Uponor bedradingsschema's.
LET OP!
Er is geen spanningvoorziening voor de pomp in de
regelmodule. De verbinding in de regelmodule biedt
alleen een droog contact om de stroomtoevoer naar de
pomp in en uit te schakelen.
1.
Zorg ervoor dat de spanningsvoorziening naar zowel de
regelmodule als de circulatiepomp is losgekoppeld.
2.
Verwijder de schroef en open de afdekking van het
aansluitingenvak.
3.
Leid de kabel van/naar de pomp door de kabelopening.
4.
Sluit de L-draad van/naar de pomp aan via de aansluiting
genaamd Relais 1 (POMP).
5.
Zet de pompkabel vast met een kabelklem in de behuizing.
6.
Sluit de afdekking van het aansluitingenvak en zet deze vast.
CD0000000
WD0000003