Onderdelen van de uitbreidingsmodule:
De afbeelding hieronder toont de uitbreidingsmodule en de
bijbehorende onderdelen.
A
Artik
Beschrijving
el
A
Uponor Smatrix Wave Pulse M-262
B
DIN rail
C
Montagemateriaal
Relaismodule
De relaismodule voegt twee extra uitgangsrelais toe aan het
systeem.
Uponor Smatrix Wave M-161
Voornaamste kenmerken:
•
Potentiaalvrije contacten (230 VAC, 5 A).
•
Vereist een Uponor Smatrix Wave-regelmodule
•
Pompregeling en verwarmings-/koelenuitgang.
•
Regelfunctie pomp en ontvochtiger (vereist
communicatiemodule en Uponor Smatrix Pulse app).
•
Regelfunctie ketel en koudeopwekker (vereist
communicatiemodule en Uponor Smatrix Pulse app).
•
Comfort/ECO en ventilatieregelfunctie (vereist
communicatiemodule en Uponor Smatrix Pulse app).
•
Fancoilregeling (vereist communicatiemodule en Uponor Smatrix
Pulse app om de fancoil aan een ruimtekanaal te koppelen).
•
Optionele tweetraps koelfunctie (vereist activering op de
relaismodule en de communicatiemodule).
Zie Gebruik relaismodule voor tijdvertraagde tweetraps extra
koeling (vereist communicatiemodule), Pagina 69 voor meer
informatie.
•
Kan tot 30 meter van de regelmodule worden geplaatst.
Componenten van de relaismodule
De afbeelding hieronder toont de uitbreidingsmodule en de
bijbehorende onderdelen.
A
Artik
Beschrijving
el
A
Uponor Smatrix Wave M-161
B
Montagemateriaal
12
|
Uponor Smatrix Wave Pulse
B
C
CD0000033
B
CD0000034
|
Installatie- en bedieningshandleiding
Uponor thermische aandrijvingen
Uponor thermische aandrijvingen zijn bovenop de ventielen
gemonteerd en worden geregeld met aan-/uitsignalen of met
pulsbreedtemodulatie (PWM) signalen.
A
A De thermische aandrijving heeft het ventiel gesloten - lege
indicator
B De thermische aandrijving heeft het ventiel geopend - witte
indicator
Aan/uit-regeling
Bij de installatie van een systeem met aan-/uitregeling is het nodig
om het systeem handmatig in te regelen.
Zodra de door de ruimtethermostaat gemeten temperatuur lager
(verwarmingsmodus) of hoger (koelmodus) is dan de ingestelde
temperatuur, wordt een vraag aangemaakt om de ruimtetemperatuur
te wijzigen en naar de regelmodule gezonden. De regelmodule opent
de thermische aandrijvingen volgens de huidige bedrijfsmodus en
andere instellingen. Wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt,
wordt deze informatie verzonden en worden de thermische
aandrijvingen gesloten. De indicator op de thermische aandrijving
geeft met een witte balk weer hoeveel deze is geopend. Als de
indicator (wit) helemaal wordt weergegeven, is deze helemaal
geopend. Geen wit in de balk betekent dat de thermische aandrijving
is gesloten.
Het openen en sluiten van een thermische aandrijving kan enkele
minuten duren.
PWM-regeling
LET OP!
Automatische inregeling kan worden toegepast in
combinatie met hydraulische inregeling.
De PWM-regeling wordt gebruikt als het automatisch inregelen actief
is.
Bij installatie van een systeem met PWM-regeling kunnen alle
inregelventielen volledig worden geopend; het systeem wordt
automatisch ingeregeld.
Zie Automatische inregeling, Pagina 13, voor meer informatie.
B
CD0000035