Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Vullingsgraad; Bijvullen Koelmiddel; Foutmelding Condensingunit; Foutmelding Interface Koeling - Brink Koeling Allure V5 Upflow & Elan 16 2.0 Installatievoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

4.5 Controle vullingsgraad
Wanneer de installatie minimaal een 1/2 uur in bedrijf is, dient
men de hoeveelheid koelmiddel te controleren; bij deze controle
moet men de volgende waarden meten:
-
Hoge druk (condensatietemperatuur)
-
Lage druk (verdampingstemperatuur)
-
Vloeistoftemperatuur
-
Zuiggastemperatuur
-
Persgastemperatuur (niet altijd)
-
Ampérage compressor
-
Met behulp van de temperaturen van hoge druk en vloei-
stoftemperatuur kan men de onderkoeling bepalen.
-
Met behulp van de temperaturen van punt lage druk en
4.6 Bijvullen koelmiddel
Alle condensingunits zijn voorgevuld voor 15 m koelleiding
(AOxx24) of 20 m koelleiding (AOxx36 & AOxx45).
Per meter koelleiding die extra is geïnstalleerd dient men extra
koelmiddel volgens onderstaande tabel toe te voegen (max.
10% afwijking). Voor maximale leidinglengten § 2.4)
Voor het bijvullen van het koelmiddel moet men de volgende
handelingen verrichten:
1. Stel de installatie in bedrijf.
2. Sluit de slang van het meterblok (zuigdrukzijde) aan op het
Schräderventiel van de zuigafsluiter.
Type
15m
AOxx24RIY
-
AOxx36RIY
-
AOxx45RIY
-
4.7 Foutmelding condensingunit
Alle in de installatievoorschrift beschreven condensingunits zijn
voorzien van een foutmelding door middel van een knipperend
LED op de printplaat in de condensingunit.
Afhankelijk van de frequentie waarmee dit LED knippert wordt
een foutmelding aangegeven.
4.8 Foutmelding interface
Het display van de interface koeling geeft de status van de
koelinstallatie weer (zie onderstaande tabel)
Melding op display
System OK
Input control error
Indoor sensor error
14
Hoofdstuk 4
In werking stellen en inregelen
20m
30m
100 gram
300 gram
-
400 gram
-
500 gram
1000 gram 1500 gram
Betekenis
Toestel werkt goed
Ingang controle error
Sensor defect/ kabel onderbroken
Allure V5 Upflow & Elan 16/25 2.0 met koeling Uitgave H
zuiggastemperatuur kan men de oververhitting bepalen.
De combinatie van punt hoge druk, lage druk, onderkoe-
ling en oververhitting bepaalt of een installatie goed is af-
gevuld of voorzien is van te veel of te weinig koelmiddel.
Ook kan het gebeuren dat het systeem wel goed is afgevuld,
maar toch afwijkende waarden worden gemeten; dit kan veroor-
zaakt worden door:
-
Vervuild filter binnenunit.
-
Ruimtetemperatuur binnenunit te laag.
-
Knik in koelmiddelleidingen.
-
Batterij buitenunit is vervuild.
-
Luchthoeveelheid Allure-toestel niet juist ingesteld voor koe-
ling (zie § 1.7).
3. Sluit vulslang aan op servicefles en meterblok.
4. Draai de afsluiter van de servicefles open en ontlucht de
vulslang.
5. Draai de afsluiters op de servicefles en de afsluiters aan
de zuigzijde van het meetblok open, laat de juiste hoeveel-
heid koelmiddel instromen. Dit is te controleren door de
servicefles op een weegschaal te zetten.
Zie verder § 4.5 Controle vullingsgraad.
40m
50m
(alleen bij 400V)
-
-
800 gram
1200 gram
Voor verklaring van deze foutmelding zie de bij de conden-
singunit meegeleverde installatie instructie.
Is deze LED niet aan, dan functioneert de condendingunit naar
behoren en is er geen foutmelding aanwezig.
(Voor afbeelding en positie van de display op interface koeling
zie § 6.1)
Reset van de print in condensingunit/ print con-
densingunit vervangen
Controle sensor & kabel/ sensor vervangen
75 m
Bijvulling gram per meter
-
20 gr/m
2750 gram
40 gr/m
(bij type 36RIYF 50 gr/m)
2750 gram
50 gr/m
Actie
Geen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Brink Koeling Allure V5 Upflow & Elan 16 2.0

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Koeling allure v5 upflow & elan 25 2.0

Inhoudsopgave