2.1 Controle
Direct na aankomst van de condensingunit op het werk dient
deze op eventuele transportschade te worden gecontroleerd.
Indien schade wordt geconstateerd, dient men dit op de vracht-
brief te vermelden en de leverancier hiervan in kennis te stellen.
2.2 Plaats van opstelling condensingunit
Bij de plaatsbepaling van de condensingunit dient men reke-
ning te houden met de volgende punten:
- De condensingunit moet op een harde ondergrond worden
geplaatst zoals:
- tegels
- bestrating
- hard houten vlonder
- beton plaat
- console (bij muurmontage)
Bij opstelling op het dak dient eerst te worden nagegaan of de
dakconstructie sterk genoeg is. Voor gewichten zie tabel tech-
nische specificaties (zie § 1.7).
Bij plaatsing van de condensingunit op een dak moet worden
voorkomen dat trillingen van de condensingunit worden over-
gedragen aan de dakconstructie.
2.3 Vrije ruimte rondom condensingunit
Rondom de condensingunits moet een minimale vrije ruimte
worden aangehouden voor onbelemmerde luchtverplaatsing
en onderhoud (zie voor afstanden onderstaande afbeelding).
Vrije ruimte rondom condensingunit
Hoofdstuk 2
Allure V5 Upflow & Elan 16/25 2.0 met koeling Uitgave H
Opstellen condensingunit
De condensingunit moet worden vervoerd m.b.v. een steek-
wagen en mag niet worden verplaatst d.m.v. kantelen over de
hoeken.
Bij een lichte gebouwconstructie (b.v. hout) dient men zorg te
dragen voor voldoende massa onder de condensingunit (2x
het gewicht van de unit).
- Op een toegankelijke plaats waar voldoende ruimte is voor
service.
- Op een vochtige vloer dient men de condensingunit ver-
hoogd op te stellen.
- Stel het toestel waterpas op.
- Plaats de door de koeltechnisch installateur in te vullen
naamplaat koelinstallatie (zie bijlage 4) in de buurt van de
condensingunit.
Wanneer de condensingunit op een console aan de muur wordt
geplaatst dan gelden dezelfde minimale vrije ruimten.
Maten in mm
7