2.4 Leidinglengten
Wanneer bij een condensingunit tevens een bijbehorende mon-
tageset (zie § 3.3) wordt besteld, dan is hierbij voldoende aan-
sluitmateriaal aanwezig voor een aansluitlengte van 15 meter.
Voor maximale leidinglengtes en maximaal hoogteverschil zie
onderstaande tabel. Gebruik altijd naadloze koperen buis van
Type condensingunit
AOxx24RIY
AOxx36RIY
AOxx36RIYF (400 V / 3F)
AOxx45RIY
AOxx45RIYF (400 V / 3F)
2.5 Plaatsing koelblok
Het koelblok wordt op of onder de luchtverwarmer geplaatst,
afhankelijk van het type luchtverwarmer. Tussen het Downflow
koelblok en de luchtverwarmer moet tochtband (= bijgeleverd)
worden aangebracht ter voorkoming van luchtlekkages. Na
plaatsing van het Upflow koelblok moet deze met parkers aan
Afmetingen koelblok Allure Upflow
Afmetingen koelblok Allure Downflow
I
=
Aansluiting zuigleiding
II = Aansluiting vloeistofleiding
III =
Aansluiting condensafvoer
8
Hoofdstuk 2
Minimale leidinglengte [m]
5
5
5
5
5
Allure V5 Upflow & Elan 16/25 2.0 met koeling Uitgave H
Opstellen condensingunit
goede kwaliteit en met voldoende wanddikte i.v.m. de hogere
werkdruk van de condensingunit met koelmiddel R410A.
De wanddikte van de koperen leiding moet bij de diameters
1/4" en 3/8" minimaal 0,8 mm zijn en bij koperen met diameter
van 5/8" moet de wanddikte minimaal 1,0 mm zijn!
Maximale leidinglengte [m]
30
50
75
50
75
de zijranden van de luchtverwarmer worden vastgeschroefd.
Wanneer het koelblok is gemonteerd kan de standaard lucht-
kast worden gemonteerd.
De combinatie koelblok/luchtverwarmer moet waterpas wor-
den opgesteld i.v.m. condensafvoer.
B-16 HR(D)
A
400 mm
Maximaal hoogteverschil [m]
20
30
30
30
30
Maten in mm
B-25 HR(D)
B-40 HR(D)
500 mm
600 mm