Installatievoorschriften Allure V5 Upflow + Downflow & Elan 16/25 2.0 met koeling BEWAREN BIJ HET TOESTEL Dit toestel mag door kinderen vanaf 8 jaren en ouder, personen met verminderde geestelijke vermogens, lichamelijke beperkingen of gebrek aan ervaring en kennis, gebruikt worden als ze onder toezicht staan of instructies hebben gekregen hoe het toestel op een veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn van de mogelijke gevaren.
Pagina 4
Allure V5 Upflow & Elan 16/25 2.0 met koeling Uitgave H...
Met de combinatie van een luchtverwarmingssysteem en een naar de interface van de condensingunit. Brink koelset is het mogelijk zowel in de zomer als in de winter Er moet om te kunnen verwarmen met de condensingunit wel de binnentemperatuur op de juiste waarde te regelen.
Hoofdstuk 1 Uitvoering Type Elan Type koelcombinatie Combinatie I → Condensingunit AOxx24RIY - 230 volt (Art. code 505252) Elan-16 Downflow → Koelblok Elan D incl. schakelkast interface condensingunit Elan (Art. code 008021) Combinatie G → Condensingunit AOxx36RIY - 230 volt (Art. code 505256) Elan-25 Downflow →...
Pagina 10
Hoofdstuk 1 Uitvoering Condensingunit type AOxx36RIY 230 volt Condensingunit type AOxx45RIY(F) 230 Volt/ 400 volt & Condensingunit type AOxx36RIYF 400 volt Allure V5 Upflow & Elan 16/25 2.0 met koeling Uitgave H...
Hoofdstuk 1 Uitvoering 1.5 Interface condensingunit De bij het koelblok meegeleverde interface zorgt er voor dat de ting zorgt er voor dat de koeling geactiveerd wordt bij koelvraag condensingunit wordt aangestuurd en op de juiste wijze gaat via de ruimtethermostaat (zie §6.5). koelen of verwarmen.
Hoofdstuk 2 Opstellen condensingunit 2.1 Controle Direct na aankomst van de condensingunit op het werk dient De condensingunit moet worden vervoerd m.b.v. een steek- deze op eventuele transportschade te worden gecontroleerd. wagen en mag niet worden verplaatst d.m.v. kantelen over de Indien schade wordt geconstateerd, dient men dit op de vracht- hoeken.
Hoofdstuk 2 Opstellen condensingunit 2.4 Leidinglengten Wanneer bij een condensingunit tevens een bijbehorende mon- goede kwaliteit en met voldoende wanddikte i.v.m. de hogere tageset (zie § 3.3) wordt besteld, dan is hierbij voldoende aan- werkdruk van de condensingunit met koelmiddel R410A. sluitmateriaal aanwezig voor een aansluitlengte van 15 meter.
Pagina 15
Hoofdstuk 2 Opstellen condensingunit Elan 16/25 2.0 Downflow Elan 16/25 2.0 Downflow Afmetingen koelblok Elan 16/25 Downflow Maten in mm Elan 16/25 2.0 Upflow Afmetingen koelblok Elan 16/25 Upflow Elan 16/25 2.0 Upflow Aansluiting zuigleiding ...
Hoofdstuk 3 Aansluiten koelblok 3.1 Aansluiten koelleidingen Bij het werken met koelleidingen dient men schoon en droog Hierbij moet men vooral letten op het volgende: te werken. - De leidingloop moet zodanig zijn dat de olieterugvoer altijd De doppen of het platgeknepen eind van het koelblok pas gewaarborgd is.
Pagina 17
Hoofdstuk 3 Aansluiten koelblok Leidingschema koeling met combinatie A1/ A2 + I + J met condensingunit AOxx24RIY Allure V5 Upflow & Elan 16/25 2.0 met koeling Uitgave H...
Is deze geïnstalleerd en aangesloten? (Zie § 6.5/ § 6.9) - Ventilator in luchtverwarmer - Stel luchthoeveelheid voor koelen in op juiste waarde (zie Op de Brink eBus ruimtethermostaat kan de koeling worden § 1.7) ingeschakeld en de gewenste temperatuur worden ingesteld.
Hoofdstuk 4 In werking stellen en inregelen 4.5 Controle vullingsgraad Wanneer de installatie minimaal een 1/2 uur in bedrijf is, dient zuiggastemperatuur kan men de oververhitting bepalen. men de hoeveelheid koelmiddel te controleren; bij deze controle De combinatie van punt hoge druk, lage druk, onderkoe- moet men de volgende waarden meten: ling en oververhitting bepaalt of een installatie goed is af- gevuld of voorzien is van te veel of te weinig koelmiddel.
Hoofdstuk 5 Onderhoud 5.1 Onderhoud door installateur Aan de koelinstallatie moet jaarlijks onderhoud worden ver- Controleer de koeltechnische verbindingen op lekkage. richt. Bij een onderhoudsbeurt dienen de volgende werkzaamheden Controleer het ampérage van de condensingunit. te worden gedaan; Controleer de werking van het koelsysteem d.m.v. inscha- Maak de binnenzijde van de condensingunit schoon (bla- kelen van de koeling op ruimtethermostaat.
Hoofdstuk 6 Elektronische aansluitingen 6.1 Elektrische aansluitingen De elektrische aansluitingen dienen door een erkend installa- minimaal 0,34 mm van de interface condensingunit teur te geschieden overeenkomstig de eisen van het plaatselijk (rechter aansluiting connector “CN4” - polariteit!) naar energiebedrijf. De werkzaamheden omvatten: 4-polige schroefconnector aansluiting X21-1 in de besturingsunit in de luchtverwarmer (ontdooisignaal) ►...
Hoofdstuk 6 Elektronische aansluitingen Dipswitches Kabel ontdooisignaal naar Allure X21-1 Kabel vanaf Display interface met temperatuursensor temperatuur weergave koelblok bruin Kabel naar rood Allure X21-3 (rood) & X21-4 (bruin) Kabel vanaf Allure (X5-1 & X5-2) Alleen bij Elan L N S (Gemonteerde relais is af fabriek al aan- gesloten op CN2)
Hoofdstuk 6 Elektronische aansluitingen 6.5 Aansluitschema Allure-serie met koelset In afbeelding is een Allure Upflow weergegeven; elektrisch aansluiten Downflow uitvoering is identiek ELEKTR. AANSLUITEN CONDENSINGUNIT VOEDINGSKABEL CONDENSINGUNIT 230V 50Hz of 400V 3F + N Zie voor uitgebreidere infor- matie van elektrisch aansluiten CONDENSINGUNIT condensingunit de bij deze unit meegeleverde handleiding! VOEDINGSKABEL VERBINDINGS-...
Hoofdstuk 6 Elektronische aansluitingen 6.8 Aansluitschema Elan 16/25 met koeling In afbeelding is een Elan Downflow weergegeven; elektrisch aansluiten Upflow uitvoering is identiek VOEDINGSKABEL CONDENSINGUNIT 230V 50Hz of 400V 3F + N VOEDINGSKABEL CONDENSINGUNIT 230 V Zie voor uitgebreidere infor- matie van elektrisch aansluiten condensingunit de bij deze unit meegeleverde handleiding! LUCHTTEMPERATUURVOELER BIJ UPFLOW...
X15-1 (Elan) Koelen X15-2 (Elan) Voor juiste aansluiting zie het installatievoorschrift van de Elan Inschakelen MIT of aanpassing (ventilatiestand) of van de Brink Combi Compact (MIT inschakelen) ventilatiestand. 7.1 Service-onderdelen Indien onverhoopt vervanging nodig mocht zijn, verdient het Opmerking aanbeveling bij bestelling hiervan (naast vermelding van type...
Hoofdstuk 8 Bijlagen 8.3 Bijlage 3, Voorbeeld bedieningsinstructie Brink koelinstallatie BEDIENINGSINSTRUCTIE VOOR EEN BRINK KOELINSTALLATIE Installatie-/identificatienummer B0556 ………………………… De installatie is aangebracht door: Brink Climate Systems B.V. te Staphorst, telefoonnummer (0522) 46 99 44 Type koudemiddel : R410A Nominale vulling : ......... gram Bedieningsinstructie: Het inschakelen van de koelinstallatie: Zet de ruimtethermostaat op koelen en stel de gewenste waarde in op de ruimtethermostaat. Het uitzetten van de koelinstallatie: Zet de ruimtethermostaat op verwarmen en stel de gewenste waarde in op de ruimtethermostaat.