Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Interface Condensingunit; Koelblok - Brink Koeling Allure V5 Upflow & Elan 16 2.0 Installatievoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

1.5 Interface condensingunit
De bij het koelblok meegeleverde interface zorgt er voor dat de
condensingunit wordt aangestuurd en op de juiste wijze gaat
koelen of verwarmen. Een temperatuursensor op de verdam-
per bewaakt de bloktemperatuur van de verdamper. Deze blok-
temperatuur wordt bij ingeschakelde koeling op 4°C gehouden.
Op het uitleesvenster van de interface is de bloktemperatuur
af te lezen (zie §6.1). Voor het verwarmen wordt de interface
vanuit de Allure besturingsunit modulerend aangestuurd met
een 1-10V. stuursignaal. Voor montage interface op koelblok
zie ook §1.6.
Let op: De bij Allure koelblok en Elan koelblok meegeleverde
interface zijn verschillend van elkaar; bij de Elan inter-
face is een relais gemonteerd.
De interface wordt met de condensingunit verbonden met
4 -aderige 230V kabel:
■ L = lijn (nr.1 van buitenunit),
■ N = neutraal (nr.2 van buitenunit),
■ S = communicatie (nr.3 van buitenunit)
■ Aardedraad.
Op de interface moet ook de temperatuursensor worden aan-
gesloten (zie tekening §6.1).
Vanuit Elan toestel (9-polige connector nr. 7 en nr. 8) moet een
2-aderige kabel worden aangesloten op aansluiting nr.1 en nr.
8 van het bij interface gemonteerde relais.
Vanaf de Allure schakelkast (2-polige connector X5-1 en X5-2)
moet een 2-aderige kabel worden aangesloten op de connec-
tor 'on' van de interface (potentiaalvrij contact). Deze aanslui-

1.6 Koelblok

Het koelblok bestaat uit een geëpoxeerde plaatstalen omman-
teling met daarin een directe expansie verdamper.
Voor Upflow en Downflow luchtverwarmers worden verschil-
lende koelblokken toegepast i.v.m. de stromingsrichting van de
lucht en het op te vangen condensaat. De verdamper bestaat
uit een lamellen blok welke bij een Upflow toestel in A-vorm
staat en bij een Downflow toestel in V-vorm staat. In de ver-
damper wordt het vloeibare koelmiddel geëxpandeerd. Onder
het lamellenblok is een lekbak geplaatst om het condensaat uit
de gekoelde lucht op te vangen.
Upflow
Opstelling verdampers
- Bij de Upflow koelblokken is de luchttemperatuurvoeler voor
de Allure/Elan luchtverwarmer al in het koelblok geplaatst.
Deze luchttemperatuurvoeler hoeft alleen nog maar met de
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Downflow
Allure V5 Upflow & Elan 16/25 2.0 met koeling Uitgave H
ting zorgt er voor dat de koeling geactiveerd wordt bij koelvraag
via de ruimtethermostaat (zie §6.5).
Het uitleesvenster geeft de status van de installatie weer: is de
buitenunit aan of uit, de waarde van de verdampertemperatuur
en eventuele storingen. De storingen kunnen bestaan uit een
defecte temperatuursensor of een 'input control error'. In dat
geval dient de interface gereset of vervangen te worden.
Dipswitch standen
De dipswitch voor het vermogen moet op de juiste stand wor-
den gezet welke overeen komt met het vermogen van de bui-
tenunit. Dit is belangrijk voor een correcte werking van de inter-
face in combinatie met de betreffende buitenunit. Slechts 1 van
de dipswitches voor het vermogen mag op 'on' worden gezet.
Eén van deze dipswitches instellen op
koelvermogen condensingunit (Btu)
kabel te worden aangesloten op de schakelkast van de Allure
luchtverwarmer (X4-9/10) cq. print van de Elan luchtverwar-
mer (X7).
De voeler bij de Allure zit al juist gepositioneed om de tem-
peratuur van gekoelde lucht te meten. Om dit te meten bij de
Elan moet deze verplaatst worden naar het uitblaaskanaal
van het koelblok. Let op: Verplaatsing van de luchtvoeler
heeft invloed op de werking van het toestel bij verwarmen.
Controleer bij verplaatsing of toestel nog op juiste wijze func-
tioneert!
- Bij de Downflow koelblokken moet de standaard temperatuur-
voeler worden geplaatst na het koelblok in het uitblaaskanaal
op een plaats waar een uitblaastemperatuur betrouwbaar kan
worden gemeten.
Op de verdamper in het koelblok is ook de sensor geplaatst
voor de interface van de koeling. Deze sensor is af fabriek ge-
monteerd. De connector van de temperatuursensor moet op de
interface koeling aangesloten worden.
Op het voordeksel van het koelblok zijn bevestigingsgaten
voorbereid voor deze interface met behuizing. De interface met
behuizing mag ook op een andere plaats gemonteerd worden,
echter de lengte van de sensorkabel naar het koelblok is be-
perkt. Deze kan niet worden verlengd!
Condensingunit AOxx45RIY
Condensingunit AOxx36RIY(F)
Condensingunit AOxx24RIY(F)
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Brink Koeling Allure V5 Upflow & Elan 16 2.0

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Koeling allure v5 upflow & elan 25 2.0

Inhoudsopgave