Voer de volgende stappen uit om de LifePort Kidney Transporter na elk gebruik grondig te reinigen en desinfecteren:
1. Veeg, indien van toepassing, met een zachte, pluisvrije doek zichtbare verontreinigingen van de LifePort Kidney
Transporter.
2. Verwijder en leeg de ijscontainer. Maak droog met een zachte, pluisvrije doek. Reinig en desinfecteer alle
oppervlakken van de ijscontainer met 70% isopropanol. Aan de lucht laten drogen.
3. Wanneer de LifePort Kidney Transporter meer resten of vuil lijkt te hebben dan normaal, reinigt u deze met
voorbevochtigde desinfecterende doekjes van ziekenhuiskwaliteit. Afvegen met een licht vochtige, zachte en pluisvrije
doek. Als er geen zichtbare resten zijn is deze stap niet nodig.
4. Reinig en desinfecteer in alle gevallen alle oppervlakken van de LifePort Kidney Transporter met 70% isopropanol,
inclusief maar niet beperkt tot, de afdekplaat, de luchtbeldetectors, het netsnoer en het bedieningspaneel. Aan de
lucht laten drogen.
WAARSCHUWING: om goede desinfectie te waarborgen, moet u elk gebruikt middel voldoende inwerktijd
geven.
LET OP: de LifePort Kidney Transporter niet onderdompelen.
LET OP: zorg ervoor dat er geen schoonmaakmiddelen in de elektrische koppelingen, ventilatieopeningen of
het accugedeelte komen.
LET OP: de ijscontainer en het deksel van de ijscontainer zijn herbruikbare onderdelen van de LifePort
Kidney Transporter. Gooi ze niet weg.
Breng de LifePort Kidney Transporter en het netsnoer terug naar de thuisbasis. Verder moeten de accu's worden
opgeladen en moeten er nieuwe kits met benodigdheden worden ingepakt ter voorbereiding op de volgende
transplantatie.
Gegevens vastleggen en downloaden (optioneel)
U heeft de optie om gegevens die zijn aangemaakt en opgeslagen in de LifePort Kidney Transporter te downloaden en op
te slaan in een computer.
N.B.: de LifePort Kidney Transporter is ontwikkeld om historische gegevens over te dragen, met uitzondering
van perfusiecommando's. De gegevenskabel wordt in de gegevenspoort gestoken, een USB-poort op het extern
aansluitpaneel. Zodra de LifePort Kidney Transporter overgaat in de infuusmodus, verzamelt het elke 10 seconden
perfusie- en statusgegevens.
Gebruik van een computer
Gegevensregistratie begint vanaf het moment dat de LifePort Kidney Transporter voor het eerst na inschakelen overgaat
in de infuusmodus. Gegevensregistratie loopt door totdat de LifePort Kidney Transporter wordt uitgeschakeld.
Om een nieuw gegevensbestand aan te maken, schakelt u het systeem uit en weer aan. De LifePort Kidney Transporter
kan per keer maximaal vijf perfusiecasussen opslaan. Na afronden van een casus dienen de bestanden gedownload te
worden naar een computer. Als deze eenmaal gedownload zijn, kan de casus verwijderd worden uit de LifePort Kidney
Transporter.
Elk gegevensbestand van de LifePort Kidney Transporter kan tot 48 uur aan perfusiegegevens registeren. Als een
individuele perfusiecasus langer dan 48 uur duurt, kan een nieuw bestand aangemaakt worden door het systeem uit en
weer aan te zetten en de perfusie te hervatten. De opgeslagen gegevens omvatten:
•
Opeenvolgende bestandnummers
•
Infusietijd
•
Ingestelde druk
•
Gemiddelde druk
•
Gemeten systolische en diastolische druk
•
Stroomsnelheid
•
Orgaanweerstand
•
Temperatuur ijscontainer en luchtbelafscheider
•
Status fouttoestand (aan- of afwezigheid per fouttoestand)
•
Status en substatus perfusiesysteem
•
Status afdekplaat LifePort Kidney Transporter (open/dicht)
755-00002 Rev R
Gebruikershandleiding LifePort Kidney Transporter
24