4. Op de externe display zou u het volgende moeten zien:
•
De schermen lichten op.
•
Druk, Circulatie en Weerstand staan allemaal op nul.
•
De temperatuurwaarde toont de temperatuur van de ijscontainer.
N.B.: als het systeem net is ingeschakeld, kan de aangegeven temperatuur hoger zijn. Als de temperatuur van de
ijscontainer hoger is dan 8 °C, werkt de LifePort Kidney Transporter niet en geeft een foutbericht weer. Het kan
enkele minuten duren voordat de display een temperatuur lager dan 8 °C aangeeft en het apparaat gebruikt kan
worden.
Als zich tijdens het opstellen of inschakelen problemen voordoen, raadpleeg dan de rubriek Probleemoplossing en
diagnostiek voor informatie over wat u nu moet doen.
Test de bedrijfsmodi
Druk instellen
1. Druk op de pijltjestoetsen voor druk OMHOOG/OMLAAG en controleer of de druk bij elke keer indrukken met 1
mmHg wordt aangepast.
2. Stel met de pijltjestoetsen OMHOOG/OMLAAG de druk in op 40 mmHg.
Spoelen
1. Druk op de knop SPOELEN en controleer of de infuuspomp draait.
2. Controleer of er water wordt opgezogen door het slangencircuit, dat omlaag het filter in, naar de
luchtbelafscheider en door de spoellijn loopt. Controleer of het water zonder lekken door de slang loopt en niet
door de infuuslijn stroomt.
3. Druk op STOP om de spoelmodus te verlaten.
Primen
1. Druk op PRIMEN en kijk of de vloeistof de Infuuslijn in stroomt.
2. Controleer of het water zonder lekken door de slang loopt en niet door de spoellijn stroomt.
3. Verwijder de buiten- en binnenkap van het perfusiecircuit.
4. Knijp of klem de infuuslijn af. De LifePort Kidney Transporter stopt, geeft een hoorbaar signaal en het
berichtenscherm toont het bericht: Hoge druk.
5. Laat de infuuslijn los en druk op STOP om het foutbericht te wissen.
Infusie
N.B.: we raden gebruikers aan om iets in te voeren onder ORGAAN-ID voordat de infusietest wordt uitgevoerd. Als er
niets is ingevuld, registreert het apparaat het bestand met een standaard tijdstempel.
1. Druk op het 5-pad-toetsenbord op OK, gebruik de pijltjestoetsen om ORGAANINFORMATIE te selecteren en
druk nogmaals op OK.
2. Selecteer ORGAAN-ID en druk op OK.
3. Selecteer de alfanumerieke tekens voor het ORGAAN-ID dat u wilt toewijzen en druk voor elke keuze op OK.
4. Scroll naar KLAAR, druk op OK en selecteer OPSLAAN om te bevestigen.
5. Selecteer NIER en druk op OK.
6. Selecteer NVT, druk op OK en selecteer OPSLAAN om te bevestigen.
7. Selecteer BLOEDGROEP en druk op OK.
8. Selecteer NVT, druk op OK en selecteer OPSLAAN om te bevestigen.
N.B.: bevestig een 18-gauge stroombegrenzer of een 18-gauge naald op de Luer-fitting van de infuuslijn.
9. Druk op de knop INFUSIE.
11
Gebruikshandleiding LifePort Kidney Transporter
755-00002 Rev R