6 - STANDAARDREGELINGEN EN -OPTIES
6.5 - Regelpunt
Het regelpunt vertegenwoordigt de watertemperatuur die de unit moet
produceren. De benodigde capaciteit kan worden verlaagd afhankelijk
van de unit belasting en bedrijfsomstandigheden.
Regelpunt = actieve setpunt + setpunt verstelling
Het regelpunt wordt berekend op basis van het actieve setpunt en de
berekening van de setpuntverstelling. De geforceerde waarde kan worden
gebruikt in plaats van elke andere setpuntberekening, alleen wanneer de
unit in netwerk bedrijfstype staat.
Controleren van het regelpunt
1. Ga naar het hoofdmenu.
2. Selecteer Algemene parameters (GENUNIT).
3. Controleer Control Point [CTRL_PNT] (regelpunt).
Control Point [CTRL_PNT]
26,7 tot 65,0°C
80,0 tot 149,0°F
6.5.1 - Actief setpunt
Er kunnen twee setpunten geselecteerd worden, waarvan het eerste
setpunt wordt gebruikt tijdens bezette periodes, en het tweede tijdens
onbezette periodes.
Afhankelijk van het huidige bedrijfstype, kan het actieve setpunt handmatig
worden geselecteerd op het bedieningspaneel via het Hoofdmenu
(GENUNIT - Algemene parameters), met de potentiaalvrije contacten,
met netwerkopdrachten (CCN, BACnet, Modbus) of automatisch met het
setpunttijdschema (schema 2).
De volgende tabellen geven een overzicht van de mogelijke selecties
afhankelijk van het gebruikte bedrijfstype (lokaal, extern of netwerk) en
de volgende parameters:
■ Setpuntselectie [sp_sel]: setpuntselectie maakt selectie van het
actieve setpunt mogelijk als de unit op het lokale bedrijfstype staat
(GENUNIT – Algemene parameters).
■ Status setpuntschakelaar [SETP_SW]: externe setpuntschakelaar
(INPUTS – Ingangen).
■ Bezette staat of dubbel setpunt uur programma [SP_OCC]:
Programma voor setpunt selectie.
Lokaal bedrijfstype
Setpunt-selectie
Keuze bezetting
[SP_SEL]
[SP_OCC]
1
sp 1
-
2
sp 2
-
0
auto
Bezet
0
auto
onbezet
Bedrijfstype op afstand
Setpunt-contact op afstand [SETP_SW]
open
Gesloten
Bedrijfstype netwerk
Setpunt-selectie
Keuze bezetting
[SP_SEL]
[SP_OCC]
0
auto
Bezet
0
auto
onbezet
34
6.5.2 - Reset
Setpunt-verstelling wil zeggen dat het actieve regelpunt wordt gewijzigd
zodat het benodigde machinevermogen wordt aangepast om zo goed
mogelijk aan de vraag te voldoen.
De Setpunt verstelling kan gebaseerd zijn op de volgende
mogelijkheden:
■ BLT (buitenluchttemperatuur) wat een indicatie geeft voor de
■ Retourwatertemperatuur (deze delta T is een indicatie voor de
■ Speciale 4-20 mA-ingang.
De methode voor setpunt verstelling en de betreffende parameters kunnen
w o r d e n g e c o n f i g u r e e r d i n h e t H o o f d m e n u ( R E S E T C F G –
Resetconfiguratie). Als reactie op een verandering in de bron van de
verstelling (bijv. buitenluchttemperatuur) zal het setpunt gewoonlijk
versteld worden om het rendement van de unit te verbeteren.
De mate van verstelling wordt bepaald door lineaire interpolatie op
basis van de volgende parameters:
■ Een referentie waarbij de verstelling nul is (geen setpunt verstelling).
■ Een referentiewaarbij de verstelling maximaal is (max. setpunt
■ De maximale verstelling.
Voorbeeld verstelling in verwarmingsbedrijf
Actief setpunt
verwarming setpunt 1
verwarming setpunt 2
verwarming setpunt 1
verwarming setpunt 2
Verklaring
A:
B:
C:
Actief setpunt
D:
verwarming setpunt 1
verwarming setpunt 2
Voor selecteren type reset
Actief setpunt
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer Heat/Cool Config (HCCONFIG) (Verwarmen/Koelen config).
verwarming setpunt 1
3. Kies Heating Reset Select [hr_sel].
verwarming setpunt 2
belastingstrends voor het gebouw.
gemiddelde gebouwbelasting).
verstelling).
°C]
Verstellingswaarde [
-20
Verstelling gebaseerd op BLT
0
Verstelling gebaseerd op delta T
Verstelling gebaseerd op analoge
4
no_
verstelling
Waarde maximale verstelling
Referentie voor nul verstelling
Referentie voor maximum verstelling
Gebouwbelasting
Selectie van setpunt-verstelling verwarming [hr_sel]
0
Geen
1
BLT
2
DeltaT
3
4-20 mA
Gebouwbelasting [%]
ingang
full_
Selectie
verstelling
10
3
20