12 Alarmen identifi ceren
Een knipperend aan/uit-LED op de Uponor
bedieningsmodule I-76 en de Uponor draadloze
regelmodule C-56 geeft een alarm of foutmelding aan.
Bij een ongelezen alarm geeft de bedieningsmodule een
alarmpictogram weer rechtsboven op het Uponor-scherm.
Het pictogram verdwijnt als de melding is gelezen, ook als
het probleem nog aanwezig is.
De aan/uit-LED van de bedieningsmodule knippert als er
een onopgelost probleem is. Een uitroepteken (!) geeft aan
dat de fout nog aanwezig is en nog niet is opgelost.
Op de regelmodule knipperen de aan/uit-LED en de LED
voor gerelateerde kanalen als er een onopgelost probleem
is.
12.1 Alarmen weergeven
Geef het alarmmenu weer om de locatie van alarmen te
bepalen. Zo geeft u de alarmlijst weer:
1. Selecteer op het Uponor-scherm Hoofdmenu > Info >
Alarm > Alarmlijst.
Er wordt een lijst weergegeven met alle alarmen.
2. Selecteer het gewenste
alarm en druk op OK.
Op het scherm wordt
Alarm verwijderd
weergegeven als de
oorzaak voor het alarm is
weggenomen.
Alarm van de batterij
Zo identifi ceert u een alarm van de batterij:
1. Selecteer op het Uponor-scherm Hoofdmenu > Info >
Alarm > Batt. alarm.
2. Selecteer het gewenste
alarm en druk op OK.
De voorbeeldschermen
laten een batterij-
alarm zien voor een
woonkamerthermostaat.
Let op!
Vervang batterijen in ruimte- en
voelerthermostaten tegelijk.
U P O N O R R A D I O 2 4 V, R O O M C O N T R O L S D E M · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
Apparaat geopend
Zo identifi ceert u een alarm Apparaat geopend voor een
thermostaat T-54 Public:
1. Selecteer op het Uponor-scherm Hoofdmenu > Info >
Alarm >
RT. Geopend.
2. Selecteer het gewenste
alarm en druk op OK.
Het alarm geeft aan dat de
thermostaatbehuizing T-54
Public in de woonkamer
geopend is.
Kortsluitingsalarm
Zo identifi ceert u een kortsluitingsalarm:
Er wordt een kortsluiting
gedetecteerd op het circuit
dat wordt geregeld door
thermostaat 1.01. De
klemmen voor de thermische
aandrijvingen zijn beschermd tegen kortsluitingen,
dus er zit een fout in de bedrading of in de thermische
aandrijving.
Geen signaal
Zo identifi ceert u een alarm voor geen signaal:
Het radiosignaal van
thermostaat 1.02 is
weggevallen.
Communicatiefout
Zo identifi ceert u een alarm voor een communicatiefout:
In dit voorbeeld zit er een com-
municatiefout in regelmodule 3.
Onbekende fout
Zo identifi ceert u een alarm voor een onbekende fout:
Het systeem vertoont een
onbekende fout.
4 1